Logica van de verzamelbedrijfsmelding (SBM)
De gewenste functie van de verzamelbedrijfsmel-
ding kan worden geselecteerd in menu 5.58:
• "on": Schakelkast bedrijfsklaar
• "Run": Minstens een pomp is in werking
Logica van de verzamelstoringsmelding (SSM)
De gewenste logica van de verzamelstoringsmel-
ding kan worden geselecteerd in menu 5.59:
• "Fall": Negatieve logica (dalende flank)
• "Raise": Positieve logica (stijgende flank)
Geïntegreerde waarschuwingszoemer
Afhankelijk van de toepassing van het schakel-
toestel kan de interne waarschuwingszoemer als
volgt worden geparametreerd (menu 5.66):
• "off": Uitgeschakeld - geen waarschuwingsfunctie
• "Error": De waarschuwingszoemer klinkt als er een
fout optreedt in de installatie
• "Run": De waarschuwingszoemer klinkt als er
minstens een pomp loopt
Uitgang voor een extern meldapparaat
Afhankelijk van de toepassing van het schakel-
toestel kan de 24V(DC) uitgang voor een extern
meldapparaat als volgt worden geparametreerd
(menu 5.67):
• "off": Uitgeschakeld - geen waarschuwingsfunctie
• "Error": De uitgang wordt geactiveerd als er een
fout optreedt in de installatie
• "Run": De uitgang wordt geactiveerd als er min-
stens een pomp loopt
Veldbusverbinding
De schakelkast is seriematig voorbereid voor een
verbinding via ModBus RTU. De verbinding wordt via
een RS485-interface tot stand gebracht (elektrische
aansluiting overeenkomstig hoofdstuk 7.2.12).
Het schakeltoestel werkt als Modbus-slave.
De basisinstellingen staan in menu 2.01 t/m 2.05.
Via de Modbus-interface kunnen verschillende
parameters gelezen en deels ook gewijzigd wor-
den. Een overzicht van de afzonderlijke parame-
ters alsmede een beschrijving van de gebruikte
gegevenstypen zijn in de bijlage afgebeeld.
6.2.2 Bediening van het schakeltoestel
Bedieningselementen
• Hoofdschakelaar aan/uit (afsluitbaar in stand "Uit")
• De besturing van het menu gebeurt met de bedie-
ningsknop:
• Draaien: Selectie of waarden instellen
• Indrukken: Menuniveau wisselen of waarde
bevestigen
Fig. 17.: Bediening
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-Fire
• Het LCD-display geeft de bedrijfstoestanden van
de pompen en de regelaar weer.
Fig. 18.: Displayweergave met drukschakelaar
1
2
3
1
Actuele pompstatus: Aantal aangemelde
pompen; pomp aan/pomp uit
2
Toestel staat in veldbusbedrijf
3
Weergave van het debiet (0 = debiet is kleiner dan
drempel nuldoorstroming; 1 = debiet is groter dan
de drempel nuldoorstroming)
4
Schakeltoestand van de drukschakelaar
(0 = contact open; 1 = contact gesloten)
5
Weergave van de bedrijfssituatie (hier altijd: p-c)
6
Reservepomp geactiveerd; basistoestand van de
EC-Fire
Fig. 19.: Displayweergave met druksensor
1
3
1
Actuele pompstatus: Aantal aangemelde
pompen; pomp aan/pomp uit
3
Weergave van het debiet (0 = debiet is kleiner dan
drempel nuldoorstroming; 1 = debiet is groter dan
de drempel nuldoorstroming)
4
Actuele systeemdruk
5
Weergave van de bedrijfssituatie (hier altijd: p-c)
6
Reservepomp geactiveerd; basistoestand van de
EC-Fire
AANWIJZING
De achtergrondverlichting van het display wordt na
6 minuten zonder bediening uitgeschakeld.
Als direct na het inschakelen de rode storings-led
brandt of knippert, dan dient u de aanwijzingen bij
de foutcode op het display in acht te nemen!
Een overzicht van alle symbolen vindt u in de bijlage!
Nederlands
6
5
4
6
5
4
13