Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Druksignaalregistratie (Menu 5.06); Debietregistratie (Menu 5.08) - Wilo Control EC-Fire Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Daarnaast is in geval van een storing de verzamel-
storingsmelding (SSM) en het enkelstoringsmel-
dingscontact (ESM) van de desbetreffende pomp
actief.
Als de droogloopbeveiliging wordt geactiveerd,
vindt een gedwongen uitschakeling van alle
beschikbare pompen plaats en wordt er een opti-
sche alarmmelding weergegeven. Bovendien kan,
afhankelijk van de parametrering, via de interne
zoemer een akoestische alarmmelding worden
weergegeven en kan de storingslamp worden
Modus
Signaalcurve
1
Fig. 11
2
Fig. 12
3
Fig. 13
3a*
Fig. 14
3b
Fig. 15
4
Fig. 16
* Fabrieksinstelling
Modus 1
Als de systeemdruk onder de inschakeldruk komt
(instelling op de drukschakelaar), wordt het druk-
schakelaarcontact gesloten en schakelt het scha-
keltoestel zonder vertraging een aangesloten
pomp in (1). De waterstroom in de installatie sluit
het contact van de debietschakelaar (2) en de
pomp blijft draaien, ongeacht de systeemdruk.
Als het vereiste debiet in de installatie afneemt,
stijgt de druk weer - het drukschakelaarcontact
opent als de uitschakeldrempel (3) wordt over-
schreden. Als het debiet onder de uitscha-
keldrempel van de debietschakelaar komt, wordt
het contact geopend (4) en wordt de pomp
uitgeschakeld (5) na een instelbare nalooptijd
(menu 1.06).
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-Fire

Druksignaalregistratie (menu 5.06)

geactiveerd. Bovendien is de verzamelstorings-
melding (SSM) actief.
Bedrijfssituaties
Het toestel werkt altijd met drukafhankelijke
bijschakeling en druk- of debietafhankelijke uit-
schakeling van de pompen. Er zijn verschillende
modi mogelijk, afhankelijk van de sensoren die in
de installatie worden gebruikt. De signaalcurven
(Fig. 11 - 16) worden weergegeven aan de hand
van het voorbeeld van een pomp.

Debietregistratie (menu 5.08)

Modus 2
Als de systeemdruk onder de inschakeldruk komt
(instelling op de drukschakelaar), wordt het druk-
schakelaarcontact gesloten en schakelt het scha-
keltoestel zonder vertraging een aangesloten
pomp in (1). De waterstroom in de installatie zorgt
ervoor dat het debiet stijgt tot boven de drempel-
waarde voor nuldoorstroming (2) die is ingesteld
in menu 5.19 en de pomp blijft draaien, ongeacht
de systeemdruk.
Als het vereiste debiet in de installatie afneemt,
stijgt de druk weer - het drukschakelaarcontact
opent als de uitschakeldrempel (3) wordt over-
schreden. Als het debiet onder de drempel voor
nuldoorstroming (4) komt, wordt de pomp
uitgeschakeld (5) na een instelbare nalooptijd
(menu 1.06).
Nederlands
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave