4-20
Configuratie
Programma beëindigen
Programmaversies
Verslagen systeemconfiguratie
P/N 7105271C
LET OP: Zet de consolevoeding niet uit zonder eerst het programma te
beëindigen. Als u dit regelmatig nalaat, kunt u het iControl−programma en
het besturingssysteem op de programmakaart beschadigen. Als de
software beschadigd raakt, moet u de programmakaart vervangen.
Raak in het scherm Systeemconfiguratie de toets
Programma beëindigen aan om het
iControl-programma en het besturingssysteem af te
sluiten voordat u de voeding naar de console
uitschakelt. U sluit zo alle actieve processen op ordelijke
wijze af en voorkomt hiermee aantasting van
programmabestanden.
Eerst verschijnt het iControl-afsluitscherm en wordt het iControl-programma
afgesloten.
Zodra het iControl-programma volkomen is afgesloten, verschijnt het
afsluitscherm voor het besturingssysteem. U heeft nu de opties om het
besturingssysteem af te sluiten, af te sluiten en te herstarten, of om te
annuleren en het iControl-systeem te herstarten.
Kies Afsluiten om uitschakelen van het systeem te voltooien. Zodra het
afsluiten voltooid is, wordt het scherm zwart. Nu kunt u de consolevoeding
veilig uitzetten.
Kies Annuleren om de iControl-software te herstarten. Gebruik de
iControl−toets in de toetsenkolom rechtsboven op het scherm.
Als u de consolevoeding aan zet, start het besturingssysteem op en wordt
de iControl−software automatisch geladen.
Raak de toets Info in het scherm Systeemconfiguratie aan voor de
versienummers van de iControl-software, en voor de versies van de
pistoolbesturingskaart en de iFlow-module firmware. Als u belt voor
technische ondersteuning moet u de versienummers doorgeven, samen
met de bijzonderheden over uw probleem.
Maak kopieën van het systeemconfiguratieverslag op de volgende pagina
en gebruik ze voor de vastlegging van uw iControl-systeemconfiguratie.
E 2004 Nordson Corporation