Instellingen voor consoleadres en afsluitschakelaars
Schuifknop
(zijaanzichten)
Gesloten
Gesloten
(boven in)
(aan)
Open
(beneden in)
Afb. 3-5
Netwerkaansluitingen, consoleadressen en netwerkafsluiting
Dipswitchinstellingen voor iFlow-module
E 2004 Nordson Corporation
Zie afbeelding 3-5.
Als het systeem ook een hulpconsole omvat, moeten de netwerkafsluiting-
en consoleadresdipswitches op de moederkaart correct zijn ingesteld om de
consoles te laten communiceren met interne voorzieningen en met elkaar.
1. Stel de netwerkafsluitdipswitch als volgt in:
S
Alleen hoofdconsole: stel de netwerkafsluitdipswitch in op EINDE
(END):
S
Hoofd- en hulpconsole: stel de netwerkafsluiter op de hoofdconsole
in op CONTINU (CONTINUOUS) en de netwerkafsluiter op de
hulpconsole op EINDE.
2. Stel de netwerkadresdipswitches als volgt in:
S
Stel de hoofdconsole in op 1.
S
Stel de hulpconsole in op 2.
Tuimelschakelaar
(zijaanzichten)
consoleadresschakelaar
Open
CAN
IN
Via de dipswitches aan de digitale iFlow-luchtstroommodules worden de
pistoolluchttriggering, het consoleadres en het moduleadres ingesteld.
Pistoollucht (elektrodespoeling) kan worden ingesteld op continu of op
trigger:
S
Versa-Spray automatische pistolen: trigger (alleen luchtstroom terwijl het
pistool spuit)
S
Sure Coat automatische pistolen: Continu
Elke iFlow-module moet beschikken over een uniek netwerkadres. Het
systeem zal geen luchtmodules kunnen aansturen met identieke adressen,
het waarschuwt de operator zodra twee modules worden gevonden met
hetzelfde adres.
Instellingen
Bit 1
Bit 0
Console
Gesloten Gesloten
1
Gesloten
Open
2
CAN
AUX
Installatie
Consoleadres
Netwerk-
afsluiter
Gesloten = Einde
Open = Continu
Gesloten
3
1
2
Open
CAN
OUT
P/N 7105271C
3-9
1401028A