2-14
Beschrijving
Spuitmondspoeling
P/N 7105271C
Bij spuitmondspoeling wordt perslucht onder hoge druk (meestal
leidingdruk) naar de spuitpistolen gevoerd om zo het poederkanaal en de
spuitmond door te blazen en aankoeken van poeder te minimaliseren. Voor
het gebruik van spuitmondspoeling:
S
moeten Versa-Spray pistolen zijn uitgevoerd met de optionele
spoeladapters.
S
moeten spoelsets met magneetkleppen, verdeelstukken en
aansluitkoppelingen in de iControl-kasten zijn geïnstalleerd.
Sets voor spuitmondspoeling zijn verkrijgbaar in twee configuraties:
Enkele spoelset: Eén magneetklep, verdeelstuk en koppelingen voor
maximaal 16 pistolen. Als u een systeem met enkele console heeft, spoelt
u na installatie van een enkele spoelset één pistolenbank. Als u een
systeem met twee consoles heeft, spoelt u na installatie van een enkele
spoelset in elke console twee pistolenbanken.
Dubbele spoelset: Twee magneetkleppen, twee verdeelstukken en
koppelingen voor maximaal 16 pistolen. Als u een systeem met enkele
console heeft, spoelt u na installatie van een dubbele spoelset twee
pistolenbanken. Als u een systeem met twee consoles heeft, spoelt u na
installatie van een dubbele spoelset in elke console vier pistolenbanken.
Om spuitmondspoeling te kunnen gebruiken moet deze optie ingeschakeld
en geconfigureerd zijn via het scherm Configuratie spuitmondspoeling. De
instellingen zijn inschakelen/uitschakelen, tijdteller, vertraging,
werkstukinterval, aantal pistoolbanken, en de pistool-aan-pistolenbank
toewijzing.
Spuitmondspoeling kent twee modi, Auto en Handmatig, in te stellen op
het scherm Spuitmondspoelmodus dat vanaf het Hoofdscherm rechtstreeks
toegankelijk is.
Werking in Auto-modus
Als u de spuitmondspoelmodus instelt op Auto, gebeurt het spoelen
automatisch en op basis van de configuratie-instellingen voor
spuitmondspoeling. Dit werkt als volgt:
Als de afstand tussen het te spuiten werkstuk en het volgende werkstuk
gelijk aan of groter is dan de ingestelde werkstukinterval, begint
spuitmondspoeling zodra de achterrand van het werkstuk de pistolenbank
passeert en de afstand voor spoelvertraging aflegt. Gespoeld wordt totdat
de spoeltimertijd is verstreken.
Als de afstand tussen het te spuiten werkstuk en het volgende werkstuk
minder bedraagt dan de ingestelde werkstukinterval, wordt spoeling tussen
deze werkstukken niet geactiveerd. Als tijdens het spoelen van pistolen een
nieuw werkstuk de werkstukinterval binnenkomt, wordt spoeling
uitgeschakeld en beginnen de pistolen met spuiten volgens de
presetinstellingen.
Werking in Handmatig-modus
Om de pistoolspuitmonden handmatig te spoelen, stelt u de spoelmodus in
op Handmatig en raakt u de toets voor handmatig triggeren aan om
spoeling aan te zetten. Alle spuitpistolen in de cabine worden gespoeld
totdat u de toets opnieuw aanraakt.
E 2004 Nordson Corporation