Hoofdstuk 13
6.
Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
•
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
•
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
•
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7.
Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
8.
Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9.
Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10.
Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op
11.
Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
164
Een probleem oplossen
Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.