Hoofdstuk 13
•
Oplossing 1: druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen
•
Oplossing 2: stel uw apparaat als standaardprinter in
•
Oplossing 3: controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer
Oplossing 1: druk op de knop
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en de knop
Aan niet is verlicht, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan
om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond mogelijk uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: stel uw apparaat als standaardprinter in
Oplossing: Controleer uw computerdocumentatie om uw apparaat als
standaardprinter in te stellen.
Oorzaak: U kunt de afdruktaak naar de standaardprinter sturen, maar dit apparaat
was niet de standaardprinter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde
van het apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op
een USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een
vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve
verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
110
Een probleem oplossen
Aan
om het apparaat in te schakelen