13.3 Röntgenapparaten instellen
Devolgendestandaardwaardenmoetenspecifiekvoorhetapparaatwordengecontroleerden
aangepast�
Intraorale röntgenapparaten
Parameters
Bovenkaak
Snijtand
Premolaar
Molaar
Onderkaak
Snijtand
Premolaar
Molaar
Referentievoorwaarden:
•Volwassenpatiënt
Extraorale röntgenapparaten
•Extraoraleröntgenapparatenkunnenmeestalmetdezelfdeinstellingenalsbijanalogefilmenworden
gebruikt�Afhankelijkvanhetapparaatkanhetechtertotafwijkingenkomen�DanmoetenVistaScan
enröntgenapparaatopelkaarwordenafgestemd�
• D egevoeligheidvandeVistaScanisgeoptimaliseerdopeenfilm-foliesysteemvanklasse200�
Wordenbijhetröntgenapparaatanderegevoeligheidsklassengebruikt,kandegevoeligheidvande
VistaScanviadeHV-instellingaangepastworden�
13.4 Eindcontrole en constantheidtest *
Voorinbedrijfstellingmoeteeneindcontrolevanhetröntgensysteemvolgenshetbetreffende
nationalerechtplaatsvinden�HiertoeishetproefvoorwerpIntra/Extra(best�nr�2121-060-52)
noodzakelijk�
Deconstantheidtestvanhetröntgensysteemmoetinregelmatigeintervallendoorhetpraktijk-
personeelwordenuitgevoerd�Deconstantheidtestheeftbetrekkingophettestresultaatvande
eindcontrole�
•*wettelijkevoorschrifteninachtnemen!
2007/04
DC-straler, 8mA,
tubuslengte 20cm
aanbevolen
belichtingstijd (s)
60kV
0,12
0,16
0,16
60kV
0,1
0,12
0,12
DC-straler, 8mA,
tubuslengte 40cm
belichtingstijd (s)
70kV
60kV
0,1
0,48
0,12
0,64
0,12
0,64
70kV
60kV
0,08
0,4
0,1
0,48
0,1
0,48
aanbevolen
70kV
0,4
0,48
0,48
70kV
0,32
0,4
0,4
NL
19