EGC 25 BE
8
Controle en onderhoud
8.1
Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
02/06/2016 - 300026066-09
OPGELET
Vervang bij inspectie- of onderhoudswerkzaamheden
altijd alle pakkingen bij de gedemonteerde onderdelen.
8.1.1.
Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Bij een waterdruk
lager dan 0,8 bar zal symbool Q verschijnen.
Indien nodig: vul de CV-installatie bij (geadviseerde
waterdruk tussen 1,5 en 2 bar).
8.1.2.
Controle van het expansievat
1. Verwijder de kap van de luchtkast.
¼ zie het hoofdstuk: "Demontage van de kap van de
luchtkast", pagina 50
2. Controleer het expansievat en vervang deze indien nodig.
8.1.3.
Controle van de ionisatiestroom
¼Zie hoofdstuk: "Weergave van de gemeten waarden", pagina
58
8.1.4.
Controle van de rookgasafvoer en de
luchttoevoer op dichtheid
Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en luchttoevoer op
dichtheid.
8.1.5.
Controle van de verbranding
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het
O
percentage in het rookgasafvoerkanaal. Ga hiervoor als volgt te
2
werk:
1. Schroef de dop van het rookgasmeetpunt los.
8. Controle en onderhoud
69