Druk op deze toets om instellingen te bevestigen of naar het volgende niveau van de menustructuur te gaan.
8. Toets [Wissen/Stop]
Tijdens de verwerking van een taak: druk op deze toets om de taak te annuleren.
Tijdens het configureren van het apparaat: druk op deze toets om de huidige instelling te annuleren en terug te keren
naar de stand-bymodus.
In de stand-bymodus: druk op deze toets om tijdelijke instellingen, zoals dichtheid of resolutie, te annuleren.
9. Toets [Z&W Start]
Druk op deze toets om in zwart-wit te kopiëren of te scannen, of om een fax te verzenden.
10. Toets [Kleur Start]
Druk op deze toets om in kleur te scannen of te kopiëren.
11. Cijfertoetsen
Met de cijfertoetsen kunt u numerieke waarden invoeren bij het opgeven van instellingen zoals faxnummers en aantal
kopieën, of letters wanneer u namen opgeeft.
12. Toets [Kopie]
Druk op deze toets om naar de kopieermodus te gaan. De toets blijft verlicht zolang het apparaat zich in de kopieermodus
bevindt.
13. Toets [Facsimile]
Druk op deze toets om naar de faxmodus te gaan. De toets blijft verlicht zolang het apparaat in de faxmodus staat.
14. Toets [Scanner]
Druk op deze toets om naar de scannermodus te gaan. De toets blijft verlicht zolang het apparaat zich in de scannermodus
bevindt.
15. Toets [Dichtheid]
Druk op deze toets om de beelddichtheid aan te passen van de huidige afdruktaak.
Kopieermodus: u kunt kiezen uit vijf dichtheidsniveaus.
Scannermodus: u kunt kiezen uit vijf dichtheidsniveaus.
Faxmodus: u kunt kiezen uit drie dichtheidsniveaus.
16. Toets [Verkleinen/vergroten]
Kopieermodus: druk op deze toets om de verkleinings- of vergrotingsratio voor de huidige taak op te geven.
Scannermodus: druk op deze toets om het scanformaat op te geven in overeenstemming met het huidige origineel.
17. [Pauze/Herhalen]
Pauze
Druk op deze toets om een pauze in te voegen in een faxnummer. De pauze wordt aangegeven met "P".
Herhalen
Druk op deze toets om de laatste gebruikte bestemming voor scan of fax weer te geven.
18. Toets [Shift]
Druk op deze toets als u snelkiesnummers 11 tot en met 20 wilt gebruiken bij het opgeven van een scan- of faxbestemming.
Het achtergrondlicht van het scherm wordt uitgeschakeld als het apparaat in de energiespaarstand staat.
Wanneer het apparaat een bepaalde taak verwerkt, kunt u het menu voor configuratie van het apparaat niet weergeven. U kunt de status van
het apparaat bepalen door de berichten op het scherm te bekijken. Als u berichten ziet als "Afdrukken", "Kopiëren in mono", "Kopiëren in
kleur" of "Verwerken", wacht dan tot de huidige taak is voltooid.
Er kan een sticker voor de toetsen op het bedieningspaneel en een naamkaart voor de ééntoetsknoppen worden meegeleverd, afhankelijk
van het land waarin het apparaat wordt gebruikt. Indien stickers meegeleverd zijn, breng dan de stickers in uw taal aan op het