Inhoud
Vorige
Volgende
Bovenste pagina
>
De faxfunctie gebruiken
computer
Belangrijkste functies voor het verzenden van een fax vanaf een computer
In dit gedeelte worden de belangrijkste functies beschreven voor het verzenden van een fax vanaf een computer.
U kunt de bestemming selecteren uit het LAN-Faxadresboek of het faxnummer rechtstreeks invoeren. U kunt faxen
versturen aan maximaal 100 bestemmingen tegelijkertijd.
Het apparaat slaat alle faxgegevens op in het geheugen voordat de fax wordt verzonden. Als het apparaatgeheugen vol raakt tijdens het
opslaan van deze gegevens wordt het verzenden van de fax geannuleerd. Verlaag de resolutie of het aantal pagina's als dit gebeurt en
probeer het opnieuw.
Open het bestand dat u wilt verzenden.
Klik op [Afdrukken...] in het menu [Bestand].
Open het stuurprogramma van de LAN-Fax als een printer en klik vervolgens op [OK].
Om een bestemming uit het LAN-Faxadresboek op te geven, selecteert u de bestemming uit de [Lijst
Gebruiker] en klikt u vervolgens op [Aan Lijst toevoegen].
Herhaal deze stappen als u meerdere bestemmingen wilt opgeven.
Om een faxnummer rechtstreeks in te voeren, klikt u op het tabblad [Geef de bestemming op].
Voer een faxnummer (maximaal 40 cijfers) in bij [Faxnummer] en klik vervolgens op [Aan Lijst
toevoegen].
Herhaal deze stappen als u meerdere bestemmingen wilt opgeven.
Klik op [Verzenden].
Een faxnummer kan 0 tot en met 9, "P" (pauze), "
Voeg zo nodig een pauze toe aan een faxnummer. Het apparaat last een korte pauze in voordat de cijfers na de pauze worden gekozen.
>
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-Fax)
> Belangrijkste functies voor het verzenden van een fax vanaf een
", "
", "-" en een spatie bevatten.
Instellingen