Machinebeschrijving
Bedieningsorganen in de cabine gebruiken
Ontdooier
Zorg dat alleen de voorste en achterste blazers open
staan als u snel ijs of damp wilt verwijderen.
Draai de schakelaars voor de verwarming en de
ventilator (1 en 2) naar de maximale stand.
Stel de blazers zo bij dat de lucht wordt geblazen in de
richting van het beslagen of bevroren raam.
Verwarming
Als het koud is in de cabine, kunt u de onderste blazer
op de voorkolom en de middelste blazers vlak boven
de bedieningsorganen aanzetten om verwarming en
ventilatie te verkrijgen.
Zet zowel de verwarming als de ventilator in de
maximale stand.
Zodra het warm genoeg is, opent u de andere blazers
en kunt u eventueel de verwarming en de ventilator
1
lager zetten.
4
2
3
AC
Airconditioning
LET OP: Om gebruik te maken van de airconditioning
moeten alle ramen gesloten zijn, anders werkt het
systeem niet optimaal.
Pas de volgende instellingen op het bedieningspaneel
aan om de temperatuur in de cabine snel te verlagen.
Schakel de airconditioning (AC) (3) in en zet de knop
voor frisse lucht (4) omlaag om de toevoer van frisse
lucht af te sluiten.
Zet de verwarming (1) in de minimale stand en zet de
ventilator hoger (2). Houd alleen de blazers midvoor in
het plafond open.
Zodra het koel genoeg is in de cabine, stelt u de
vereiste temperatuur op de verwarming (1) bij en zet u
de ventilator (2) lager.
Open nu de overige blazers in het dak om een
comfortabele temperatuur in de cabine te verkrijgen.
Zet de knop voor frisse lucht (4) terug omhoog om
frisse lucht binnen te laten.
4812162614_A.pdf
2017-03-01
54