Verzending
C
Wanneer u meer dan één bestemming hebt opgegeven, toon deze dan met
behulp van {U} of {T}.
1
D
Druk op {OK} wanneer de bevestiging is voltooid.
Het display keert terug naar stap
Opmerking
❒ Wanneer u een groep hebt opgegeven met de snelkiestoetsen, , verschijnt
het groepspictogram links van de bestemmingsnaam wanneer u op de
toets {Controleer bestemming} drukt.
❒ Wanneer u een bestemming hebt opgeven met de cijfertoetsen, verschijnt
[Progr.] op het scherm wanneer u op {Controleer bestemming} drukt. Druk
op [Progr.] om de geselecteerde bestemming te registreren in de bestem-
mingslijst.
Verwijzing
Pag.66 "Bestemmingen programmeren vanuit het scherm Controleer be-
stemming"
Opnieuw kiezen
Het apparaat slaat de laatste bestemmingen op die voor elke verzendingsmetho-
de zijn opgegeven. Met deze functie kunt u tijd besparen als u vaak berichten
naar dezelfde bestemming stuurt omdat u de bestemming niet opnieuw hoeft in
te voeren.
Belangrijk
❒ De volgende nummers worden niet ongeslagen:
• Bestemmingen opgegeven met de bestemmingslijst
• Bestemmingen opgegeven als groepsbestemming
• Faxnummers die via een externe telefoon worden gekozen
• Bestemmingen gebeld met Opnieuw kiezen (worden beschouwd als al op-
geslagen in het geheugen)
• Tweede en uitgestelde bestemmingen waarnaar een bericht is verzonden
• Bestemmingen opgegeven in het LAN-faxstuurprogramma op de compu-
ter
62
A
.