Verzending
D
Druk op {Escape}.
Het stand-byscherm verschijnt.
Opmerking
1
❒ Wanneer u bestemmingen rechtstreeks opgeeft met behulp van de cijfer-
toetsen, kunt u opgeven of de SMTP Server al dan niet moet worden ge-
bruikt voor elke bestemming.
❒ Wanneer u bestemmingen selecteert in de bestemmingslijst, is de SMTP
Server-instelling die is opgegeven in het Adresboek ingeschakeld.
❒ U kunt een van de Gebruikersfunctietoetsen programmeren met bewer-
kingen voor deze functie. Met de gebruikersfunctietoetsen kunt u stap
B
D
en
❒ Om Internetfaxdocumenten vanaf een computer te verzenden, gebruikt u
het LAN-Faxstuurprogramma om al dan niet op te geven of de SMTP Ser-
ver moet worden omzeild. Wanneer wordt verzonden met het selectievak-
je [Gebruik apparaatadres] ingeschakeld, is de SMTP Server-instelling die
opgegeven is op dit apparaat ingeschakeld.
Verwijzing
Pag.165 "Faxen versturen vanaf computers"
Bedieningshandleiding Standaardinstellingen
Netwerkhandleiding
Snelkiestoetsen gebruiken
U kunt een bestemming opgeven door eenvoudig op een snelkiestoets te druk-
ken waaronder het bestemmingsnummer is vastgelegd.
Wanneer u op een snelkiestoets hebt gedrukt, verschijnt de bestemming die
hierbij staat geregistreerd op het scherm.
Door op [
faxbestemming
Belangrijk
❒ In de bestemmingslijst programmeert u een afzonderlijke faxnummer, IP-
Faxbestemming, e-mailadres en/of groep of bestemmingen.
58
overslaan.
] te drukken, wijzigt u van bestemming tussen faxnummer/IP-
en e-mailadres
.
A
,