Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vervangen Van Het Ingebouwde Oliefilter; Vervangingsschema Oliefilter; Vervangingsprocedure Oliefilter; Ruilcompressor - Carrier 30GX 082-358 Montage- En Onderhoudshandleiding

Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren
Inhoudsopgave

Advertenties

WAARSCHuWING: Wanneer de koudemiddelvulling
wordt overgepompt naar een opslagvat kan deze, wanneer
de unit niet in werking is, olie bevatten. Hergebruik eerst de
totale hoeveelheid overgepompt koudemiddel. Vul, nadat
de olie is verwijderd, alleen de verwijderde hoeveelheid
bij (teveel olie kan de goede werking van de unit nadelig
beïnvloeden).
Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit mogen alleen
worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend)
personeel met behulp van materiaal dat geschikt is voor
de unit. Zie ook de huidige RLK. Onjuist handelen kan
leiden tot ongeregelde vloeistofstroom of drukverliezen.

11.8 - Vervangen van het ingebouwde oliefilter

Het oliefilter in de 06N schroefcompressor heeft een hoog
filtratieniveau (3µ) benodigd voor een lange levensduur van
de lagers. Omdat het voor het systeembedrijf essentieel is
dat het systeem schoon is, is er ook een voorfilter (7 µ)
opgenomen in de olieleiding bij de uittrede van de olie-
afscheider.
Het onderdeelnummer van het ingebouwde oliefilter is:
Carrier part nr. (inclsief filter en o-ring): 06NA 660016S

11.9 - Vervangingsschema oliefilter

Het filter moet worden gecontroleerd na de eerste 500 draai-
uren en daarna na iedere 2000 draai-uren. Het filter moet
worden vervangen wanneer het drukverschil over het filter
hoger is dan 2,1 bar.
Dit drukverlies kan worden bepaald door de druk te meten
bij de filter service-afsluiter en de olie service-afsluiter. Het
verschil tussen deze twee drukken is het drukverschil over
filter, afsluiter en magneetklep. Het drukverlies over de
afsluiter en de magneetklep is ongeveer 0,4 bar. Deze waarde
moet worden afgetrokken van de twee gemeten oliedruk-
waarden om het oliefilter drukverlies te bepalen. Dit druk-
verlies moet altijd worden gecontroleerd nadat de compres-
sor is afgeschakeld op een lage oliedrukbeveiliging.

11.10 - Vervangingsprocedure oliefilter

Volg onderstaande procedure:
1.
Schakel de compressor af en vergrendel elektrisch.
2.
Stel handmatig de olie magneetafsluiter in werking
om de interne klepafsluiter te sluiten.
3.
Sluit de oliefilter service-afsluiter. Laat de druk af uit
het filterhuis via de filter service-afsluiter.
4.
Verwijder de oliefilter-plug en het oude oliefilter.
5.
Smeer de O-ring in met wat olie alvorens het nieuwe
filter te plaatsen. Breng het filter en de plug op hun
plaats. Maak van de gelegenheid gebruik om ook het
voorfilter te vervangen.
6.
Evacueer het filterhuis via de filter service-afsluiter.
Open de filter service-afsluiter. Verwijder de elektrische
vergrendeling. De compressor kan nu weer werken.

11.11 - ruilcompressor

11.11.1 - Regeling draairichting

Een correcte draairichting van de compressor is zeer belang-
rijk. Omgekeerde draairichting. zelfs voor korte tijd, kan
schade aan de compressor veroorzaken.
De beveiliging tegen omgekeerde draairichting moet de
draairichting bewaken en de compressor stoppen binnen
300 milliseconden. Omgekeerde draairichting zal meestal
voorkomen bij een foutieve de compressorbedrading.
Om de kans op omgekeerde draairichting tot een minimum
te beperken moet de volgende procedure worden toegepast.
Breng de voedingskabels aan op de compressor penaan-
sluiting zoals deze oorspronkelijk waren geplaatst.
Met de ruilcompressor wordt een lagedrukschakelaar mee-
geleverd. Deze schakelaar moet tijdelijk worden gemon-
teerd op de hogedrukzijde van de compressor. De schakelaar
beveiligt de compressor tegen bedradingsfouten op de com-
pressor penaansluiting. Het elektrisch contact van de lage-
drukschakelaar moet in serie worden geschakeld met de
hogedrukschakelaar. De schakelaar blijft op zijn plaats tot de
compressor is gestart en de juiste draairichting is gecontro-
leerd. Daarna wordt de schakelaar verwijderd en afgevoerd.
De beveiliging voor het bewaken van de draairichting heeft
Carrier part nr. HK01CB001. Deze schakelaar opent de
contacten wanneer de druk daalt beneden 6,8 kPa (abs)
Hij moet handmatig worden gereset nadat de druk weer
boven 69 kPa (rel) ligt. Het is zeer belangrijk dat de
schakelaar een handmatige reset heeft om pendelen van
de compressor in de verkeerde richting te voorkomen.
11.11.2 - storingzoeken EXv
volg onderstaande punten voor het vaststellen en verhelpen
van EXv problemen.
Controleer eerst de werking van de EXV motor (zie de
procedure in de boekje Installatie, Bediening Pro-Dialog
Plus Regeling 30GX/HXC). U kunt de beweging van de
servomotor voelen als u uw hand op het EXV. U moet een
luid geklop voelen van de servomotor wanneer deze de
bovenkant van zijn slag bereikt (hoorbaar wanneer er niet
teveel omgevingsgeluid is). De servomotor maakt een
kloppend geluid wanneer hij de onderkant van zijn slag
bereikt. Wanneer u vermoedt dat het ventiel niet goed
werkt, neem dan contact op met Carrier BV voor nadere
controle op:
uitgangssignalen op de EXV module
aansluiting van de bedrading
weerstand van de EXV motorwikkelingen.

11.12 - Voorkomen van corrosie

Alle metalen delen van de unit (chassis, omkastingpanelen,
schakelkasten, warmtewisselaars etc.) zijn tegen corrosie
beschermd door een poedercoating of vloeibare lak. Om de
kans op blaasjes corrosie, die kan ontstaan wanneer vocht
onder de beschermende coatings komt, ter verminderen is
het noodzakelijk om de toestand van de coating (lak) regel-
matig te controleren en bij te werken.
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30hxc 080-375

Inhoudsopgave