Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud Elektrisch Gedeelte; Drukopnemers; Olievulling - Bijvullen Van Olie - Carrier 30GX 082-358 Montage- En Onderhoudshandleiding

Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren
Inhoudsopgave

Advertenties

6.
Controleer het kijkglas wanneer de stand EXV procent
open tussen 40-60% ligt. Voeg zoveel koudemiddel dat
het kijkglas helder is. Dit moet langzaam gebeuren om
overvullen te voorkomen.
7.
Controleer de vulling door de unit op vollast te laten
werken bij 6°C ± 1,5 K gekoeldwater uittredetempera-
tuur. Controleer dat er geen belletjes in het kijkglas
zichtbaar zijn. Het EXV procent open moet tussen
40-60% liggen. De koelerniveau indicator moet tussen
1,5 en 2,5 aangeven.
11.4.2 - Indicatie van te weinig koudemiddel bij 30GX units
1.
Zorg dat het circuit onder vollastcondities werkt en de
condensatietemperatuur 50°C ± 1,5 K is. Volg om te
controleren of circuit A volledig belast is de procedure
als vermeld in de boekje Installatie, bediening Pro-
Dialog Plus Regeling 30GX/HXC.
2.
Het kan nodig zijn om de functie 'Handmatige regeling'
te gebruiken om het circuit in vollast te schakelen. Zie in
dat geval de instructies voor deze functie in de boekje
Installatie, bediening Pro-Dialog Plus Regeling 30GX/
HXC.
3.
Controleer, met het circuit op vollast, dat de koeler
vloeistof uittredetemperatuur binnen 6°C ± 1,5 K ligt.
4.
Meet de intredelucht van de condensorbatterijen. Meet
de vloeistoftemperatuur na het T-stuk waar de twee
batterijleidingen bij elkaar komen. De vloeistoftempera-
tuur moet 8,3°C hoger zijn dan de intredelucht van de
batterijen. Als het verschil groter is en er zijn belletjes
in het kijkglas zichtbaar, dan heeft het circuit te weinig
koudemiddel. Ga door naar punt 5 nadat eerst volgens
de RLK procedures is gezocht naar lekkage en deze
verholpen is.
5.
Vul 2,5 kg vloeibaar koudemiddel bij via de vulafsluiter
bovenin de koeler.
6.
Laat het systeem stabiliseren en controleer de vloeistof-
temperatuur weer. Herhaal indien nodig punt 5 en laat
het systeem na iedere toevoeging stabiliseren. Voeg
zoveel koudemiddel bij dat het kijkglas helder is. Dit
moet langzaam gebeuren om overvullen te voorkomen.
11.4.3 - Ruimtetemperatuur, buitenluchttemperatuur (optie)
Deze opnemers meten respectievelijk de ruimte- en de
buitenluchttemperatuur voor reset-regeling op basis van
buitenlucht- of ruimtetemperatuur reset-methoden.

11.5 - onderhoud elektrisch gedeelte

Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de unit moet
worden voldaan aan alle veiligheidsmaatregelen beschreven
in hoofdstuk 'Veiligheidsinstructies voor onderhoud'.
Het wordt sterk aanbevolen om de zekeringen in de
units te vervangen steeds na 15000 bedrijfsuren of
elke 3 jaar.
Het wordt aanbevolen de goede bevestiging van alle
elektrische aansluitingen te controleren:
a.
Tijdens de montage en vóór de eerste inbedrijfs-
telling.
b.
1 maand na de eerste inbedrijfstelling wanneer de
elektrische componenten hun nominale bedrijfs-
temperaturen hebben bereikt.
c.
Daarna 1x per jaar.
38

11.6 - Drukopnemers

11.6.1 - persdruk (circuits A & B)
Deze opnemer meet de hogedrukzijde van elk circuit. Hij
bevindt zich op de persleiding van elk circuit of bovenop de
olieafscheider. Hij vervangt de reguliere persgasmanometer
en wordt o.a. gebruikt voor regeling en voor alarmering.
11.6.2 - Zuigdruk (circuits A & B)
Deze opnemer meet de lagedrukzijde van elk circuit Hij
bevindt zich bovenop de koeler van elk circuit. Hij vervangt
de reguliere zuiggasmanometer en wordt o.a. gebruikt voor
condensordrukregeling en voor alarmering.
11.6.3 - Oliedruk (elke compressor)
De opnemer meet de oliedruk van iedere compressor op de
unit. De olie-verschildruk wordt berekend door de econo-
mizerdruk af te trekken van de gemeten waarde. De opnemer
bevindt zich op de oliedrukpoort van iedere compressor.
11.6.4 - Economizerdruk (circuits A & B)
Deze opnemer bewaakt de olie-verschildruk naar de com-
pressor. Hij bevindt zich op de economizer-zuigleiding van
elk circuit.

11.7 - olievulling - bijvullen van olie

11.7.1 - Bijvullen van olie bij 30HXC/GX units
1.
Als de 30HXC/GX units regelmatig afschakelen op
laag olieniveau, dan kan dit een indicatie zijn van
onvoldoende olievulling. Het kan echter ook gewoon
betekenen dat de olie moet worden teruggewonnen uit
de lagedruk-zijde van het systeem.
2.
Laat de unit 1,5 uur op vollast draaien.
3.
Laat de unit nadat hij 1,5 uur in vollast heeft gewerkt
herstarten en werken in normaal bedrijf. Als het alarm
voor laag olieniveau blijft, heeft de unit onvoldoende
olievulling. Vul olie bij in de afscheider via de vulafsluiter
aan de onderzijde van de condensor (30HXC) of de
onderzijde van de olie-afscheider (30GX).
WAARSCHuWING: Vul GEEN olie bij op een andere
plaats. Dit kan n.l. leiden tot onjuiste werking van de unit.
4.
Het bijvullen van olie verloopt gemakkelijker als de
unit niet in werking is. Omdat het systeem onder druk
staat, zelfs wanneer de unit niet in bedrijf is, moet een
geschikte pomp (handbediend of elektrisch) worden
gebruikt voor het bijvullen van de olie.
5.
Vul met behulp van de pomp 2 liter polyester olie toe
(CARRIER SPEC: PP47-32). Let op dat de olieniveau
beveiliging NIET is overbrugd en laat de unit herstarten
en werken in normaal bedrijf.
6.
Voeg, als het probleem blijft bestaan, nog eens 1 of 2
liter olie toe. Blijf bijvullen met 1 of 2 liter per keer tot
het probleem is opgelost. Als er meer dan 4 liter moet
worden bijgevuld en er is geen olielekkage, neem dan
contact op met Carrier BV.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30hxc 080-375

Inhoudsopgave