8.6 - Werking van twee units in master/slave bedrijf
De regeling van een master/slave combinatie is gebaseerd op
de waterintrede temperatuur. Er zijn geen extra opnemers
nodig (standaard configuratie). Regeling ook worden ge-
baseerd op de wateruittrede temperatuur. In dit geval moeten
er twee extra opnemers op de gezamenlijke leiding worden
geplaatst.
Alle parameters die nodig zijn voor de master/slave functie
moeten worden ingesteld via het Service Configuratie menu.
Alle regelingen op afstand van de master/slave combinatie
(aan/uit, setpoint, etc.) worden geregeld door de als master
geconfigureerde unit en moeten dus ook alleen in de master
unit worden geconfigureerd.
Iedere unit regelt zijn eigen waterpomp. Bij toepassing van
een gezamenlijke pomp (variabel debiet) moeten op iedere
unit afsluiters worden gemonteerd. Deze worden bij het
openen en sluiten geactiveerd door de regeling van elke
koelmachines (in dit geval worden de afsluiters geregeld
door de uitgangen van de betreffende waterpomp). Zie het
boekje Installatie, Bediening Pro-Dialog Plus Regeling
30GX/HXC voor meer informatie.
30HXC/GX (met configuratie wateruittrede regeling)
1
Verklaring
1
Master-unit
2
Slave-unit
Schakelkasten van de master- en slave-unit
Waterintrede
Wateruittrede
Waterpompen voor elke unit (standaard voor units met hydro module)
Extra opnemers voor wateruittrede regeling, aan te sluiten op kanaal 1 van
de slave-printen van elke master- en slave-unit
CCN communicatiebus
Aansluiting van twee extra opnemers
32
9 - BELANGrIJKstE sYstEEmComPoNENtEN EN
BEDrIJfsGEGEVENs
9.1 - tandwielgedreven schroefcompressor
•
•
•
•
9.1.1 - Oliefilter
Bij 06N schroefcompressoren is een oliefilter ingebouwd
in het compressorhuis. Dit filter kan op het werk worden
vervangen.
9.1.2 - Koudemiddel
De 06N schroefcompressor is speciaal ontworpen voor
toepassing in R-134a systemen.
9.1.3 - smeerolie
De volgende smeerolie moet worden toegepast:
Carrier material spec PP 47-32
9.1.4 - Magneetafsluiter olietoevoer
Deze is standaard gemonteerd op de compressor om deze
van het oliesysteem te isoleren wanneer hij niet in bedrijf
is. Deze afsluiter kan op het werk worden vervangen.
9.1.5 - Zuig- en economizer gaasfilters
Voor extra bedrijfszekerheid van de compressor is stan-
2
daard een gaasfilter geplaatst in de zuig- en economizer
openingen van de compressor.
9.1.6 - Capaciteitsregeling
De 06N schroefcompressoren zijn standaard voorzien van
een capaciteitsregeling. Deze bestaat uit twee trappen
waardoor de compressorcapaciteit wordt verlaagd door
gedeeltelijk verplaatst gas terug te voeren naar de aanzuig.
9.2 - Drukvaten
9.2.1 - Koeler
In de koeler van de 30HXC en 30GX unit stroomt water
door de pijpen en koudemiddel om de pijpen. In één warmte-
wisselaar bevinden zich twee koudemiddelcircuits. Deze
worden gescheiden door een pijpplaat in het midden van de
warmtewisselaar. De pijpen zijn van 3/4" diameter koper
met inwendig en uitwendig vergroot oppervlak. Er is slechts
één watercircuit met, afhankelijk van de capaciteit van de
unit, twee of drie waterpassages. Aan de bovenzijde van de
koeler bevinden zich de zuigleidingen, één per compressor.
Iedere leiding is gelast aan een flens waarop de compressor
is gemonteerd.
De koelermantel heeft een thermische isolatie van 19 mm
dik polyurethaan en is voorzien van waterafvoer en ont-
luchting. Bij 30HXC units met zeer-lage temperatuur optie
is deze isolatie 38 mm dik.
30HXC en 30GX units zijn voorzien van 06N tandwiel-
gedreven schroefcompressoren
Typen 06NA worden toegepast in 30GX (luchtgekoeld)
Typen 06NW worden toegepast in 30HXC (waterge-
koeld)
Nominale capaciteiten variëren van 137 tot 281 kW
(39 tot 80 ton). Er worden typen met of zonder econo-
mizer toegepast, afhankelijk van het type 30HXC en
30GX