Terwijl de stappenmotor draait wordt de beweging omgezet
in een lineaire beweging en worden 1500 kleine staps-
gewijze bewegingen verkregen. Dit grote aantal stapjes en
de lange slag resulteren in een zeer nauwkeurige regeling
van de koudemiddelstroom.
Bij de eerste opstart is de stand van het EXV nul. Daarna
houdt de microprocessor de stand van het EXV nauwkeurig
bij om deze informatie te gebruiken als input voor de
andere regelfuncties. Dit gebeurt doordat de microprocessor
de EXV's tijdens opstart in werking zet. De processor zendt
voldoende sluitpulsen naar het ventiel om dit van volledig
open naar volledig gesloten te sturen en zet daarna de
standteller weer op nul. Vanaf dat punt, tot het in werking
zetten, telt de processor het totaal aantal open en gesloten
stappen dat naar ieder ventiel is gestuurd.
9.4 - Economizer
Economizers zijn gemonteerd op 30HXC 190, 285 en 375
en 30GX 182, 267 en 358.
De economizer verhoogt zowel de capaciteit als het rende-
ment van de koelmachine en levert ook de koeling van de
compressormotor. De toegepaste economizers zijn directe-
expansie platenwarmtewisselaars.
Het koudemiddelniveau in het circuit van de directe-
expansie platenwarmtewisselaar wordt geregeld door de
motorkoelkleppen. Het circuit maakt onderkoeling van
het vloeistofcircuit mogelijk.
9.5 - oliepompen
De 30GX/HXC units hebben per circuit een externe, voor-
smerende oliepomp die is opgenomen in de startvolgorde.
GX082/102
EV31
EV32
EV12
EV11
EV31
EV33
EV32
EV34
EV31
EV33
EV32
EV34
EV31
EV33
EV32
EV34
34
30GX ventilator-opstelling
GX112/132
EV31
EV32
EV33
EV13
EV12
EV11
GX182
EV13
EV11
EV14
EV12
GX247/267
EV17
EV15
EV13
EV18
EV16
EV14
GX328/358
EV35
EV37
EV17
EV36
EV38
EV18
WAARSCHuWING: Het oppervlak kan een bedrijfstem-
peratuur van 80°C bereiken. Onder bepaalde tijdelijke
condities (met name tijdens opstart bij lage buitentempera-
tuur of lage temperatuur in het koelwatercricuit) kan de
oliepomp worden gereactiveerd.
Op 30GX units zijn de pompen gemonteerde op de basisrail
aan de kant van de olie-afscheider. Op 30HXC units zijn ze
bevestigd op een beugel op de condensor. Als een circuit
moet starten dan bekrachtigt de regeling eerst de oliepomp
zodat de compressor met de juiste smering start. Heeft de
pomp voldoende oliedruk opgebouwd, dan mag de compres-
sor starten. 10 seconden daarna wordt de oliepomp afge-
schakeld. Als de pomp onvoldoende oliedruk kon opbouwen
dan geeft de regeling een foutmelding.
9.6 - motor koelkleppen
De temperatuur van de motorwikkelingen van de compres-
sor worden geregeld tot een setpoint. Hiertoe wordt de
magneetklep dusdanig geregeld dat vloeibaar koudemiddel,
zo nodig, over de motorwikkelingen stroomt. Bij units met
economizers regelt 1 klep per circuit de koudemiddelhoe-
veelheid die nodig is voor het economizer effect en motor-
koeling. Dit is een klep met progressieve regeling. De stand
van de opening wordt bepaald door de Pro-Dialog Plus
regeling op basis van de compressormotor temperatuur.
9.7 - opnemers
De unit kan maximaal zijn voorzien van acht standaard
thermistors voor bewaking en regeling van het bedrijf (zie
het boekje Installatie, Bediening Pro-Dialog Plus Regeling
30GX/HXC voor meer informatie).
GX152/162
EV31
EV32
EV33
EV34
EV14
EV13
EV12
EV11
GX207/227
EV31
EV33
EV15
EV32
EV34
EV16
EV11
EV31
EV33
EV12
EV32
EV34
EV15
EV13
EV11
EV16
EV14
EV12
EV13
EV11
EV14
EV12
GX298
EV35
EV17
EV15
EV36
EV18
EV16
EV13
EV11
EV14
EV12