Bediening
OPMERKING
Als er afwisselend verschillende batterijen
worden gebruikt, dient er altijd voor te worden
gezorgd dat alle batterijen die worden gebruikt
een batterijkabel hebben met een doorsnede
van ten minste 70 mm
Van batterijtype veranderen
het apparaat kan worden geconverteerd naar
een ander batterijtype en capaciteit.
De nieuwe batterijcapaciteit en het nieuwe
batterijtype moeten worden ingesteld op het
display- en bedieningspaneel.
Als dit niet gebeurt, kan de werkelijke la-
●
dingstoestand van de batterij niet worden
bepaald. De batterijlading wordt niet correct
weergegeven.
In het ergste geval kan diepe ontlading de
●
batterij beschadigen.
De beheerder van de vloot kan met zijn/haar
toegangsautorisatie de nieuwe capaciteit van
de batterij en het nieuwe batterijtype instellen
op het display- en bedieningspaneel.
– Gebruik alleen lithium-ionbatterijen die door
STILL zijn goedgekeurd voor gebruik in de-
ze machine.
De nieuwe batterijcapaciteit en het nieu-
we batterijtype instellen
– Stop het apparaat.
– Schakel de parkeerrem in.
– Druk op de toets
– Druk op de softkey
Het eerste menuniveau verschijnt.
– Activeer de "Toegangsautorisatie voor de
vlootbeheerder".
– Druk op de softkey
.
lingen
– Druk op de softkey
– Druk op de softkey
De batterijtypen worden vermeld.
2
.
.
.
Machine-instel-
.
Batterij
.
Batterijtype
56388011505 NL - 12/2023 - 11
Vervangen en transporteren van de batterij
4
531