4
Omgang met de loodzuurbatterij
– Laad een geheel of gedeeltelijk ontladen
batterij op.
Betekenis van de kleuren op het display
OPMERKING
Een abrupte verandering in de weergave van
de ladingstoestand duidt niet op een storing.
Met de batterij-indicator kan de bestuurder
eventuele voorlopige schade aan de batterij
detecteren. Als er vaker abrupte veranderin-
gen in het display optreden, moet u de batterij
en het laadproces laten controleren door het
geautoriseerde servicecentrum.
1
Groen:
De batterij is voldoende opgeladen
2
Geel:
Laad de batterij zo spoedig mogelijk op.
3
Rood:
Stop met werken. Laad de batterij onmid-
dellijk op. Het risico van een diepe ontla-
ding van de batterij is aanwezig.
De batterij-indicator heeft een beveiligings-
functie die voorkomt dat de weergegeven la-
dingstoestand wordt beïnvloed. De ladingstoe-
stand van een sterk ontladen batterij (restla-
ding < 30%) wordt pas op het display bijge-
werkt als de batterij-indicator een volledig op-
geladen batterij detecteert.
– Laat de batterijen nooit volledig ontladen.
Zodra de batterij-indicator detecteert dat de
aangesloten batterij volledig is opgeladen of er
een nieuwe batterij is aangesloten, wordt het
display vernieuwd.
Als de ladingstoestand onmiddellijk na het be-
gin van het gebruik daalt tot een aanzienlijk
lagere waarde, duidt dit op een probleem met
de batterij of een oplaadfout.
– Neem indien nodig contact op met het ge-
autoriseerde servicecentrum.
Batterij-indicator kalibreren
Wanneer de batterij wordt vervangen, kan
de ontlading van de nieuw geplaatste batte-
rij onjuist worden berekend en weergegeven,
als gevolg van verschillende veroudering of
502
56388011505 NL - 12/2023 - 11
Bediening