4
Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik
Component
Batterij
Batterijstekker en stekkerverbinding
Batterijkabels
Koppelpen, aanhangerkoppeling (variant)
Labels, stickers
Bestuurdersstoel, veiligheidsgordel
Display- en bedieningseenheid: assisten-
tiesystemen
Verlichting, waarschuwingseenheden
86
Maatregelen
Controleer of de vergrendeling in goede staat ver-
keert en goed functioneert.
Vergrendel de batterij.
Controleer de batterijstekker en de stekkerverbin-
ding op vocht en op eventueel binnengedrongen
ongewenst materiaal en verwijder dit indien van toe-
passing, bijvoorbeeld met perslucht.
Controleer visueel op intactheid en vervorming.
Controleer de contacten.
Laat beschadigde batterijstekkers vervangen door
het geautoriseerde servicecentrum.
Controleer visueel op intactheid.
Laat een beschadigde batterijkabel vervangen door
het geautoriseerde servicecentrum.
Controleer visueel op vervorming en slijtage (bij-
voorbeeld: verbogen, gescheurd, gebroken).
Controleer of de borgbus in het contragewicht in
orde is en of de bus goed functioneert.
Controleer of de borgpen met ring aanwezig is en
goed functioneert (ketting, kabel, splitpen).
Als het aan- en afkoppelen vaker dan twee tot drie
keer per ploegendienst wordt uitgevoerd, moet de
aanhangerkoppeling (variant) via de smeernippel
opnieuw worden gesmeerd.
Controleer of de vereiste labels aanwezig en in-
tact/leesbaar zijn.
Beschadigde of ontbrekende stickers moeten wor-
den vervangen volgens de paragraaf "Posities van
labels".
Controleer de intactheid en werking.
Controleer de werking van de "assistentiesystemen"
in het menu. Zie de paragraaf "Functietest van as-
sistentiesystemen".
Controleer de intactheid en werking.
56388011505 NL - 12/2023 - 11
Bediening