Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Volumestroom - Stiebel Eltron WPF 5 Gebruiks- En Montage-Aanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Brine-concentratie
Dichtheid
verschillende concentraties
3
g/cm
1,130
1,120
1,110
1,100
1,090
1,080
1,070
1,060
1,050
1,040
1,030
1,020
1,010
1,000
0,990
O
0,980
–20 –10
Afb. 7
Temperatuurspreiding bij nominale volumestroom
6
5
4
3
2
1
-5
0
Quelleneintrittstemperatur [°C]
Afb. 8
22
U
van Ethylenglykol-watermengsels van
= Frostsicherheit
0
10
20
30
40
50
5
10
15
Ingangstempertuur [°C]
60
70
°C
Sole - HV 35°C
Sole - HV 35 °C
Sole - HV 50°C
Sole - HV 50 °C
20
dient het broncircuit op dichtheid
gecontroleerd en grondig doorgespoeld te
worden.
Na het vullen van de installatie met
solevloeistof en voor de in bedrijfname moet
de vul - en aftapkraan ( Pos.17afb1 blz.13)
zolang worden geopend, tot er solevloeistof
uitkomt. Er mag beslist geen water in de
leiding naar de vul- en aftapkraan zitten.
Bepaal het volume van het broncircuit. Het
brinevolume in de warmtepomp kan met
behulp van de onderstaande tabel vastgesteld
worden.
Warmtepomp
Brinevolume
WPF 5 (S)
WPF 7 (S)
WPF 10 (S)
WPF 13
WPF 16
Het totale volume komt overeen met de
benodigde brinehoeveelheid, die moet
bestaan uit 33 vol. % onverdund Ethylenglykol
en 67 vol. % water.
Mengverhouding
1 eenheid onverdund Ethylenglykol met 2
eenheden water (max. chloridegehalte van
het water 300 ppm) vermengen en pas dan de
installatie hiermee vullen.
rineconcentratie controleren.
De dichtheid van het Ethylenglykol-
watermengsel vaststellen (b.v. met areometer).
Aan de hand van de gemeten dichtheid en
temperatuur kan de aanwezige concentratie
van de grafiek (afb. 7) worden afgelezen.
 
De genoemde capaciteitsgegevens
hebben betrekking op het Ethylen-
glykol. Bij toepassing van propyleenglycol
en de Stiebel Eltron solevloeistof (best.
nr: 185472) wijken de genoemde capaci-
teitsgegevens (zie „Technische gegevens")
enigszins af.
Om geruis zoveel mogelijk te vermijden, dient
het broncircuit met flexibele drukslangen
op de warmtepomp te worden aangesloten
(bestelnr. zie par. 2.3).

2.9.4.3 Controle van de volumestroom

(uitvoeren bij eerste inbedrijfname
warmtepomp)
De aanvoer- en retourtemperatuur aan
de bronzijde meten. Hiervoor aan de
aansluitleidingen van de warmtepomp,
onder de isolatie, op grond van de beide
meetwaarden het temperatuurverschil
vaststellen. De grafiek (afb. 8) geeft de
temperatuurspreiding weer bij de nominale
volumestroom.
 
De broningangstemperatuur kan
worden afgelezen op het display van
de WPMiw onder de installatieparameter
Info Temp.
5,84 l
6,45 l
7,06 l
7,06 l
7,06 l

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpf 5 sWpf 7Wpf 7 sWpf 10Wpf 10 sWpf 13 ... Toon alles

Inhoudsopgave