3.4
3.4.1
Lees vóór inbedrijfstelling van de machine de handleiding aandachtig door en
volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik exact op.
Neem naast de handleiding bovendien de op de plaats van inzet van de
machine geldige, nationale wettelijke regels en overige regelingen in acht ten
aanzien van:
• werkveiligheid
• preventie van ongevallen
• bescherming van de gezondheid
• milieubescherming
• openbaar wegverkeer
Dergelijke plichten kunnen b. v. ook de omgang met gevaarlijke stoffen of het
dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting betreffen.
Voor speciale plaatsen van inzet (tunnels, open steengangen, steengroeven,
pontons, verontreinigde gebieden enz.) neemt u de uitgevaardigde
veiligheidseisen in acht, b.v.:.
• Werken in de buurt van sporen (BGV D33)
• Bouwwerkzaamheden (BGV C22)
• Veiligheidsvoorschriften voor bouwwerkzaamheden in open groeves (BGR
• Tunnelbouwmachines (DIN EN 12111)
Voor het naleven van de veiligheidsvoorschriften zijn de ondernemer en de
bestuurder van de machine verantwoordelijk. De exploitant moet zich in ieder
geval met de plaatselijk geldende bepalingen vertrouwd maken.
3.4.2
Stel zeker dat de volgende veiligheidsvoorschriften voor het gebruik of het
onderhoud van de machine gelezen en gerespecteerd worden, om persoonlijk
letsel te voorkomen.
03_Veiligheid_nl.fm - V 0.1 - 7.5.12
Veilige werkomgeving
Algemene richtlijnen voor de werkomgeving en veilige
werkwijzen
160)
Uitschakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Zet vóór werkpauzes en na afloop van het werk de machine op een
draagkrachtige en zo vlak mogelijke ondergrond.
Parkeer de machine alleen daar, waar hij geen obstakel voor b. v. het
openbare verkeer of het verkeer op de bouwwerf vormt.
Zet de werkinrichting neer op de grond.
Zet de aandrijfmotor af en trek de contactsleutel uit het slot.
Vergrendel resp. sluit vensters en deuren af.
TL210
3
Veiligheid
19 / 184
32