4. Vóór gebruik
WAARSCHUWING!
Trek de netstekker uit de
contactdoos voordat u gaat instellen
of een klein resp. groot onderhoud
gaat uitvoeren.
Schroefboormachine en levering
controleren
• Neem de schroefboormachine en het
toebehoren uit de verpakking.
• Controleer of de inhoud van het pakket volledig
is (zie hoofdstuk INHOUD VAN HET PAKKET /
AANDUIDINGEN VAN ONDERDELEN).
• Controleer of de schroefboormachine of het
toebehoren beschadigd zijn.
• Gebruik de schroefboormachine niet bij
schade of als er onderdelen ontbreken. Wend
u tot fabrikant via de servicelocatie die op de
garantiekaart staat aangegeven.
Boren of bithouder aanbrengen
(afb. A)
• Draai de boorkop
te openen en een boor of bithouder aan te
brengen.
• Kies
- een geschikte boor en zet deze in de
boorkop.
- een bithouder en steek die met de zeshoekige
kant in de boorkop.
• Draai de boorkop met de klok mee vast.
• Als u een bithouder hebt aangebracht, steekt u
er een bit in dat past.
Boorhouder uitnemen /
aanbrengen (Afb. B, C)
Boorhouder uitnemen:
Om de bitopname te gebruiken moet u de
boorhouder
eraf nemen.
8
• Hou de boorkop aan de voorkant vast.
• Trek / schuif de boorhouderregeling
richting van de boorhouder. De boorhouder
is nu ontgrendeld en kan naar voor worden
afgetrokken.
10
tegen de klok in om ze
8
in de
9
Boorhouder aanbrengen:
• Om de boorhouder opnieuw aan te brengen,
trekt u de boorhouderontgrendeling
richting van de boorhouder
de boorhouder er helemaal op.
Als de boorhouder niet vanzelf vastklikt,
draait aan de boorhouderring.
Bitopname gebruiken (afb. D)
Na het wegnemen van de boorhouder
zoals beschreven in het hoofdstuk 'Boorhouder
wegnemen', kunt u de bitopname gebruiken.
• Steek een geschikte bit in de bitopname
• Schuif de bit tot aan de aanslag in de
bitopname. De magnetische houder houdt het
bit vast.
• Om het bit te verwijderen trekt u de bit uit de
bitopname.
5. Toepassing
Aansluiten op het net
De schroefboormachine is voor gebruik met
nominale ingangspanning van 230 V ~ / 50 Hz
gebouwd en is geïsoleerd. Steek de netstekker
in een correct geïnstalleerd stopcontact dat
voldoet aan de ‚Technische gegevens'. Als de
werkzone niet in de buurt van het stopcontact
ligt, kunt u een verlengkabel gebruiken. Hierbij
moet de doorsnede van de verlengkabel ten
2
minste 1,5 mm
bedragen. Vraag indien nodig
bij de aankoop advies in de vakhandel. Hou
de verlengkabel zo kort mogelijk. Let erop dat
niemand over de verlengkabel kan struikelen.
In- en uitschakelen (afb. E)
Inschakelen:
• Aan-uitschakelaar
indrukken.
6
Uitschakelen:
• Aan-uitschakelaar loslaten.
in de
9
en schuif daarbij
8
,
8
.
1 1