3.
Zet de gashendel in de stand "
(start). Zodra de motor draait, zet u de
gashendel weer in de gesloten stand.
4.
Draai de hoofdschakelaar in de stand
"
" (start) en houd hem maximaal 5
seconden in die stand.
5.
Zodra de motor gestart is, laat u de
hoofdschakelaar los zodat hij terugkeert
in de stand "
DCM00191
OPGELET:
Zet
de
hoofdschakelaar
G
"
" (start) terwijl de motor draait.
Laat de startmotor nooit langer dan 5
G
seconden draaien. Als de startmotor
langer dan 5 seconden blijft draaien, zal
de accu vlug leeg zijn, waardoor het on-
mogelijk wordt om de motor te starten.
Bovendien kan de starter worden be-
"
schadigd. Als de motor na 5 seconden
aanzwengelen niet start, zet de hoofd-
schakelaar dan op "
seconden en zwengel de motor op-
nieuw aan.
NOTA:
Wanneer de motor koud is, moet hij eerst
G
warmlopen. Voor meer informatie, zie pa-
gina 48.
Als de motor warm is en niet wil starten,
G
zet u de gashendel lichtjes open en pro-
beert u de motor opnieuw te starten. Als de
motor nog steeds niet wil starten, zie pagi-
na 83.
Werking
" (on).
nooit
" (on), wacht 10
op
46