HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
4.9
HULPVOEDING - MACHINES NIET
UITGERUST MET ADE
WANNEER DE MACHINE MET HULPVOEDING WERKT, MAG ER NIET
MEER DAN ÉÉN FUNCTIE TEGELIJK WORDEN GEBRUIKT. (BIJ GELIJK-
TIJDIGE BEDIENING KAN DE 12-VOLT MOTOR VAN DE HULPPOMP
OVERBELAST WORDEN.)
Er bevindt zich een hulpvoedingsschakelaar (tuimelscha-
kelaar) op het platformbedieningsstation en ook een op het
grondbedieningsstation. Wanneer een van deze schake-
laars wordt bediend, wordt de elektrisch aangedreven
hulphydrauliekpomp ingeschakeld. Dit dient te gebeuren
wanneer de hoofdstroom uitvalt. Met de hulppomp kan de
giek geheven, in- en uitgeschoven en gezwenkt worden.
Ga als volgt te werk om de hulpvoeding in te schakelen:
Activering vanaf platformbedieningsstation
1. Zet de sleutel van de keuzeschakelaar "Platform/Grond"
op "Platform".
2. Zet de voedings/noodstopschakelaar aan.
3. Druk op de voetschakelaar en houd hem ingedrukt.
4-12
4. Bedien de bedieningsschakelaar, hendel of regelaar
voor de gewenste functie en houd hem vast.
5. Zet de hulpvoedingsschakelaar aan en houd hem vast.
6. Laat de hulpvoedingsschakelaar, de gekozen
bedieningsschakelaar, hendel of regelaar en de
voetschakelaar los.
7. Zet de voedings/noodstopschakelaar uit.
Activering vanaf grondbedieningsstation
1. Zet de sleutel van de keuzeschakelaar "Platform/Grond"
op "Grond".
2. Zet de voedings/noodstopschakelaar aan.
3. Bedien de bedieningsschakelaar of regelaar voor de
gewenste functie en houd hem vast.
4. Zet de hulpvoedingsschakelaar aan en houd hem vast.
5. Laat de hulpvoedingsschakelaar en de betreffende
bedieningsschakelaar of regelaar los.
6. Zet de voedings/noodstopschakelaar uit.
– JLG Hoogwerker –
3122518