HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN CONTROLELAMPJES VAN DE MACHINE
Platformstation
Zie Figuur 3-5., Platformbedieningsconsole - vóór S/N
0300133983; Figuur 3-6., Platformbedieningsconsole - S/N
0300133983 tot heden
Wanneer de machine vanaf het platform wordt gestart,
moet de schakelaar Platform/Grond op de grondbedie-
ningskast op Platform staan, en moet de grote rode voe-
dingsstopknop op het platform en de grondbedieningskast
zijn uitgetrokken.
OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE MACHINE NIET
GEBRUIKT WORDEN ALS DE BEDIENINGSHENDELS OF TUIMELSCHA-
KELAARS DIE DE BEWEGING VAN HET PLATFORM BESTUREN NIET
NAAR DE STAND "UIT" OF "NEUTRAAL" TERUGGAAN WANNEER ZE
WORDEN LOSGELATEN.
1. Schakelaar Rijsnelheid/Koppelkeuze.
De schakelaar heeft drie standen. De voorwaartse stand
geeft maximale rijsnelheid. De achterwaartse stand
geeft maximaal koppel voor ruw terrein en het opgaan
van hellingen. In de middelste stand kan de machine zo
rustig mogelijk rijden doordat de motor op middelhoog
toerental blijft en de rijmotoren op maximale cilinderin-
houd.
3122518
2. Opheffen automatisch rechtzetten platform.
Hiermee kan de machinist het platform rechtzetten wan-
neer de schakelaar omhoog of omlaag wordt gezet.
3. Claxon.
Levert elektrische stroom aan een akoestisch waarschu-
wingsapparaat wanneer deze wordt ingedrukt.
4. Voeding/noodstop.
Een voedings/noodstopschakelaar (aan/uit) en een
afzonderlijke start/hulpvoedingsschakelaar (tuimelscha-
kelaar) op de platformconsole voorzien de elektromag-
neet van de startmotor van elektrische voeding wanneer
de ontstekingsschakelaar in de stand "Aan" wordt gezet
en de startschakelaar naar voren wordt geduwd.
– JLG Hoogwerker –
3-9