8.6.3.1
Instellingen in het menu "Dosering"
Hoofdmenu
Bedrijfsmodus
Instellingen
Service
Informatie
Taal
Continu-
weergave
Geoptimaliseerd voor dosering
Geoptimaliseerd voor aanzuiging
8.6.4 Instellingen voor de functie "Doseerbewaking" (menu DOSEERBEWAKING)
Hoofdmenu
Bedrijfsmodus
Instellingen
Service
Informatie
Taal
Continu-
weergave
Instellingen
Analog
Hulpfrequentie
Kalibreren
Dosering
Relais
„Dosering è Doseerprofiel" kunt u het chronologische verloop van
Onder
de doseerstroom in de pomp aanpassen aan de behoeften van de desbe‐
treffende toepassing; zie hoofdstuk ""Functiebeschrijving"".
„Doseerprofiel" - „geoptimaliseerd voor dosering" wordt de persslag
Bij
zo lang mogelijk gerekt en wordt de zuigslag zo snel mogelijk uitgevoerd.
Deze instelling is bijvoorbeeld geschikt voor toepassingen waarbij opti‐
male mengverhoudingen en zoveel mogelijk continue bijmenging van che‐
mische hulpstoffen vereist zijn.
Bij
„Doseerprofiel" - „geoptimaliseerd voor aanzuiging" wordt de zuigslag
zo lang mogelijk gerekt, waardoor een gemakkelijke en exacte dosering
van viskeuze of uitgassende media mogelijk is. Deze instelling moet u ook
kiezen voor het minimaliseren van de NPSH-waarde.
Instellingen
Analog
Hulpfrequentie
Kalibreren
Doseerbewaking
Relais
„Doseerbewaking" wordt alleen weergegeven wanneer er een
Het menu
doseerbewaking aan de bus "Doseerbewaking" is aangesloten. De
doseerbewaking registreert de afzonderlijke drukstoten van de pomp bij de
persaansluiting en meldt deze terug aan de pomp. Wanneer deze terug‐
melding zo vaak na elkaar als in het menu
„Tolerantie" is ingesteld achterwege blijft (door uitval of door een te lage
dosering), wordt de pomp door deze functie stopgezet.
Dosering
Doseerprofiel
Einde
Dosering
Bewaking
Tolerantie
bij Aux
Signalering
Einde
„Doseerbewaking" onder
Instellen
Doseerprofiel
Standaard
Geoptimaliseerd voor dosering
Geoptimaliseerd voor aanzuiging
Bewaking
Uit
Aan
Tolerantie
0 0 1 0
bij Aux
Uit
Aan
Signalering
Uit
Aan
55