NAAISTEKEN
e
Stik tussen de rechte steken en trek de draden van de
rechte steken eruit.
Fagotwerk
Stikken over een open naad heet "fagotwerk". Het
wordt gebruikt op blouses en kinderkleding. Deze steek
is decoratiever wanneer u dikkere draad gebruikt.
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 194.
a
Vouw met een strijkbout twee stukken stof langs de
naden.
b
Rijg de twee stukken stof op 4 mm (3/16 inch) afstand
op dun papier of een vel in water oplosbare
versteviging.
Als u een verticale lijn midden op dun papier of in
water oplosbare versteviging trekt, gaat het naaien
gemakkelijker.
a
c
Selecteer een steek.
d
Bevestig zigzagvoet "J".
e
Stel de steekbreedte in op 7,0 mm (1/4 inch).
f
Zorg dat bij het naaien de persvoet op één lijn staat
met het midden van de twee stukken stof.
g
Wanneer het naaien is voltooid, verwijdert u het
papier.
86
1 Ongeveer 4 mm
(3/16 inch)
2 Dun papier of in water
oplosbare
versteviging
c
3 Rijgsteek
Band of elastiek bevestigen
Memo
• Meer bijzonderheden over steekpatronen vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op pagina 194.
a
Selecteer een rechte steek en bevestig persvoet "J".
b
Stel de steeklengte in op 4,0 mm (ca. 3/16 inch) en zet
de bovendraadspanning losser, op 2,0 (pagina 62).
Memo
• Zorg dat geen automatische verstevigingssteken
of automatisch draadknippen
geselecteerd.
c
Naai twee rijen rechte steken aan de voorkant van de
stof en trek de onderdraad er daarna uit om de
benodigde plooi te verkrijgen.
Memo
• Voordat u de rechte steken naait, draait u het
handwiel naar u toe (tegen de klok in) en haalt u de
onderdraad naar boven. Houd de bovendraad en
onderdraad vast en trek een stuk draad naar
achteren. (Zorg dat de persvoet daarbij omhoog
staat).
d
Leg het band op de plooi en houd het op zijn plaats
door middel van rijgspelden.
e
Selecteer een steek.
is
1 Band
a