NAAISTEKEN
■ Rimpelen
Voor tailles van jurken, mouwen van blouses, enz.
a
Selecteer een rechte steek en bevestig persvoet "J".
b
Stel de steeklengte in op 4,0 mm (ca. 3/16 inch) en de
draadspanning op ca. 2,0 (zwakker).
c
Trek de onder- en bovendraad ongeveer 10 cm (4 inch)
(pagina 41) uit.
1 Bovendraad
2 Onderdraad
3 Ongeveer 10 cm (4 inch)
d
Naai twee rijen met rechte steken parallel aan de
naadlijn en knip overtollige draad af waarbij u 5 cm
(2 inch) overlaat.
1 Naadlijn
2 1 tot 1,5 cm (ca. 3/8 inch tot 9/16 inch)
3 Ongeveer 5 cm (2 inch)
e
Trek de onderdraden uit tot u de gewenste plooi hebt
en knoop de draden vast.
74
f
Strijk de plooien.
g
Naai op de naadlijn en verwijder de rijgsteek.
■ Engelse naad
Om naden te verstevigen en randen netjes af te werken.
a
Selecteer
en bevestig persvoet "J".
b
Naai de afwerkingslijn. Knip de helft van de
naadtoeslag vanaf de kant waar de Engelse naad moet
komen.
*
Wanneer automatisch draadknippen en
automatische verstevigingssteken vooraf zijn
ingesteld, worden aan het begin van het naaiwerk
automatisch achteruitsteken genaaid. Druk op
(verstevigingssteektoets) om een verstevigingssteek
te naaien en de draad automatisch af te knippen aan
het einde van het naaiwerk.
1 Ongeveer 1,2 cm (1/2 inch)
2 Achterkant
c
Spreid de stof uit langs de afwerkingslijn.
1 Afwerkingslijn
2 Achterkant