Aanwijzingen voor het
braden
Aanwijzingen voor het
grillen
Vlees
54
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter.
Is de ondergrond nat of koud, dan kan het glas
knappen.
Voeg aan mager vlees wat vloeistof toe. De bodem
van de vorm dient ca ½ cm hoog bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem
van de vorm dient ca 1 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen. Wanneer u
vlees in de geëmaileerde braadpan klaarmaakt is er
iets meer nodig dan in een glazen vorm.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt
geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt minder
bruin. Gebruik een hogere temperatuur en/of een
langere bereidingstijd.
Gril altijd in een gesloten oven.
Verwarm bij het grillen voordat u het gerecht in de
oven zet ca. 3 minuten voor.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het
rooster. Als u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het
best wanneer u het midden op het rooster legt.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1. Het vleessap
wordt opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede niet op hoogte 4 of 5
inschuiven. Door de sterke hitte vervormen ze en bij
verwijdering kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen.
Zo worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker
mals. Zout de steaks pas na het grillen.
Keer de grillstukken na Z van de aangegeven tijd.
Het grillelement wordt steeds weer in en
uitgeschakeld. Dit is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het braadstuk klaar is, moet het nog 10 minuten
in een uitgeschakelde, gesloten oven blijven liggen.
Het vocht kan zich dan beter verdelen.