Extra informatie: Als u een Rotel cd-speler
aansluit op de cd-ingangen, dan kunnen de
basistransportfuncties en de numerieke toet-
senbordfuncties met de afstandsbediening,
die bij de RX-1052 geleverd wordt, bediend
worden.
De dvd-speler
l;'z
Zie figuur 8
Een dvd-speler kan aangesloten worden op
de aansluitingen "VIDEO 1 – 4".
Verbind de linker en rechter analoge au-
diouitgangen van de speler op de aansluitin-
gen "IN", "L" en "R" van de gewenste groep
"VIDEO 1 – 4".
Sluit vervolgens de composiet videouitgang
van de speler aan op de betreffende video-
ingang.
Extra informatie: Een Rotel dvd-speler
sluit u aan op "VIDEO 4". U kunt dan de
bij de RX-1052 geleverde afstandsbedie-
ning gebruiken om zijn transportfuncties te
bedienen.
Het aansluiten van een kabel-,
satelliet- of HDTV-tuner
l;'z
Zie figuur 8
Videotuners in welke vorm dan ook sluit u aan
op de ingangen "VIDEO 1 – 4".
Verbind de linker en rechter analoge audiouit-
gangen van de tuner op de aansluitingen "IN",
"L" en "R" van de gewenste groep "VIDEO
1 – 4". Denk om de correcte aansluiting van
LINKS en RECHTS.
Sluit vervolgens de composiet videouitgang
van de tuner aan op de betreffende video-
ingang.
De aansluitingen voor een
opname/weergave apparaat
"TAPE"
k
Zie figuur 7
De beide cinch aansluitingen waarbij staat
"TAPE IN" zijn voor het verbinding maken met
de analoge uitgangen (OUT) van een opname/
weergave apparaat (cassettedeck, minidisk,
cd-schrijver, taperecorder etc.).
De beide cinchaansluitingen waarbij staat
"TAPE OUT" zijn voor het verbinding maken
met de analoge ingangen (IN) van een op-
15
name/weergave apparaat (cassettedeck, mi-
nidisk, cd-schrijver, taperecorder etc.)
Uiteraard zijn er geen corresponderende vi-
deoaansluitingen voor een audio-opname/
weergaveapparaat.
Het aansluiten van een video
opname/weergaveapparaat
l;
Zie figuur 9
Een video opname/weergaveapparaat ver-
bindt u met de in- (IN) en uitgangen (OUT)
van "VIDEO 1 of 2".
Verbind met een 75Ω video cinchkabel de
composiet videouitgang van een video op-
name/weergaveapparaat, met de video-in-
gang van "VIDEO 1" of "VIDEO 2" van de
RX-1052.
Verbind met een 75Ω video cinchkabel de
composiet video-ingang van een video op-
name/weergaveapparaat, met de videouit-
gang van "VIDEO 1" of "VIDEO 2" van de
RX-1052.
Verbind met een stel audio cinchkabels de au-
diouitgangen van een video opname/weer-
gaveapparaat, met de audioingangen van
"VIDEO 1" of "VIDEO 2" van de RX-1052.
Verbind met een stel audio cinchkabels de
audioingangen van een video opname/weer-
gaveapparaat, met de audiouitgangen van
"VIDEO 1" of "VIDEO 2" van de RX-1052.
Let er vooral op dat u links en rechts correct
aansluit.
Het aansluiten van een
platenspeler
yh
Zie figuur 6
Verbind de beide audiokabels van een platen-
speler met de ingangen gemerkt "PHONO"
van de RX-1052. Let er vooral op dat u links
en rechts correct aansluit. Is de speler uitgerust
met een aardingsdraadje, bevestig deze dan
achter schroefje gemerkt "GND"
Het aansluiten van een
beeldmonitor
p
Zie figuur 5
Verbind de uitgang "MON OUT" naar de cor-
responderende composietingang van uw tv-
scherm, middels een 75Ω videokabel.
Het aansluiten van de
luidsprekers
Zie figuur 5
Op de achterkant bevinden zich schroefaan-
sluitingen voor twee stel luidsprekers: een stel
"A" en een stel "B". Deze schroefaansluitingen
kunnen zowel verbonden worden met gestripte
kabel, gemonteerde vorkjes of banaanplug-
gen (in de EU niet toegestaan).
Extra informatie: De eindversterker mag
niet lager belast worden dan met een geza-
menlijke belasting van 4Ω. Sluit u slechts
één stel luidsprekers aan (op A of B) dan
moet de impedantie van de individuele luid-
spreker dus 4Ω of meer zijn. Speelt u echter
met twee stel luidsprekers tegelijk (op A en
B) dan moet de impedantie per luidspreker
minstens 8Ω zijn.
Alle luidsprekeraansluitingen zijn, om het cor-
rect verbinden te vereenvoudigen, kleurgeco-
deerd. Rood is plus en zwart is min. Alle luid-
sprekers en luidsprekerkabels zijn vanwege
de juiste polariteit ook op de één of andere
wijze gecodeerd. Voor een goed geluids-
beeld is het van het uiterste belang dat u alle
luidsprekers correct d.w.z. "in fase" aansluit:
rood (+) op rood en zwart (-) op zwart (van
de luidspreker).
Gebruik ruim luidsprekerkabel om later bij
eventuele probleempjes makkelijk bij de aan-
sluitingen te kunnen komen. Gebruikt u ba-
naanstekers dan moet u de aansluitingen eerst
helemaal aandraaien. Gebruikt u aansluitvork-
jes monteer deze dan eerst aan de kabels. Als
u de kale kabel wilt monteren moet u eerst een
stuk isolatie verwijderen (let op dat u niet in
de draad zelf snijdt). Draai de aansluitingen
los, steek de kabel door het gat van de as en
draai de aansluitingen weer goed aan.
Extra informatie: Let er goed op dat er
bij het monteren geen dunne draadjes naast
het gat worden gestoken, waardoor er sluiting
zou kunnen ontstaan, want uw versterker kan
daar namelijk heel slecht tegen.
y
.
Het aansluiten van één stel luid-
sprekers:
1. Verbind de rechter luidspreker met de
aansluitingen gemerkt "SPEAKERS A
RIGHT".
2. Verbind de linker luidspreker met de aan-
sluitingen gemerkt "SPEAKERS A LEFT".
Nederlands
[