3. ROUTEBEGELEIDING
BESTEMMINGEN TOEVOE-
GEN
Bestemmingen kunnen worden toege-
voegd en de route wordt dienovereen-
komstig gewijzigd.
1
Raak "NAV" op de kaart aan of druk
op de "MAP NAV"-knop om het "Navi-
gatie"-menuscherm weer te geven.
Als
het
"Navigatie"-menuscherm
wordt weergegeven, raakt u
tot het wordt weergegeven.
2
Raak "Bestemming" aan.
Het "Bestemming"-scherm kan worden
weergegeven door
"Navigatie"-schermen aan te raken.
3
Raak
"Viapunt" op het "Bestem-
ming"-scherm aan.
4
Raak de gewenste manier om de be-
stemming te zoeken, aan.
Voor gedetailleerde informatie over het
zoeken naar de bestemming op de kaart,
zie pagina 35.
50
5
5
niet
5
aan
6
7
op één van de
●
●
Als u de bestemming via "Voer adres
in" zoekt
Raak "Tussenstop toevoegen" aan.
Als u de bestemming via "Selecteer
punt op de kaart" of "Coördinaten in-
voeren" zoekt
Raak "Toevoegen" aan.
Als u de bestemming via andere manie-
ren zoekt
Raak de gewenste invoer aan.
Raak "Tussenstop invoegen" aan
om de positie van de tussenstop te se-
lecteren.
De route wordt herberekend.
INFORMATIE
Naast de hoofdbestemming kunnen
maximaal 4 tussenstops worden inge-
steld.
De hoofdbestemming wordt aangeduid
door
, de tussenstops worden aan-
geduid door
.