1. BEDIENING SETUP
7. VOERTUIGINSTELLINGEN
De instellingen voor het personalise-
ren van het voertuig kunnen worden
gewijzigd.
1
Druk op de "SETUP"-knop.
2
Raak "Voertuig" aan.
3
Raak de items aan die u wenst in te
stellen.
Voor een lijst van instellingen die kunnen
worden gewijzigd, zie de "Gebruikers-
handleiding".
4
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd,
raakt u "OK" aan.
Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat
de instellingen worden opgeslagen. Voer
geen andere handelingen uit terwijl dit
bericht wordt weergegeven.
204
∗
∗
: Indien uitgerust