3. ROUTEBEGELEIDING
3. DE ROUTE INSTELLEN EN VERWIJDEREN
Routes kunnen tijdens de routebege-
leiding worden gecontroleerd, gewij-
zigd en herberekend.
INSTELLEN VIA HET
"Opties"-SCHERM
Het controleren en instellen van routes
gebeurt meestal op het "Opties"-
scherm.
1
Raak "Opties" aan.
2
Raak de gewenste items aan.
Op dit scherm kunnen de volgende func-
ties worden uitgevoerd.
Nr.
Functie
Druk om de instelling van de kaart te
wijzigen. (Zie pagina 65.)
Druk om de huidige routebegelei-
ding te stoppen.
Druk om de routevoorkeuren en ont-
wijkingscriteria voor de routebereke-
ning in te stellen. (Zie pagina 48.)
Druk om een lijst met de verschillen-
de segmenten van de route weer te
geven. Het is ook mogelijk om een
omleiding te definiëren. (Zie pagina
48.) (De huidige status wordt rechts
van het item weergegeven.)
Druk om de volledige route weer te
geven.
Druk om een vaste afstand op de af
te leggen weg te blokkeren. (Zie pa-
gina 49.) (De huidige status wordt
rechts van het item weergegeven.)
Druk om de huidige locatie, geo-coör-
dinaten en GPS-informatie weer te ge-
ven. (Zie pagina 25.)
Druk om de informatie van de be-
stemming weer te geven. (Zie pagi-
na 49.)
2
47