INFORMATIE
●
De camera maakt gebruik van een spe-
ciale lens. De afstand van het beeld dat
op het scherm verschijnt, verschilt van
de actuele afstand.
●
In de volgende gevallen kan het moeilijk
zijn om de beelden op het scherm te
zien, zelfs als het systeem functioneert.
• In het donker (bijvoorbeeld 's nachts)
• Als de temperatuur in de buurt van de
lens hoog of laag is
• Als er zich waterdruppels op de
camera bevinden, of als de vochtig-
heid hoog is (bijvoorbeeld bij regen)
• Als er zich vreemde materie (bijvoor-
beeld sneeuw of modder) op de
camera bevindt
• Als er krassen of vuil op de camera
zijn
• Als de zon of de straal van koplam-
pen direct in de cameralens schijnen
●
Als de camera wordt gebruikt onder fluo-
rescerend licht, natriumlicht of kwiklicht,
enz., lijkt het alsof de lichten en de ver-
lichte gebieden flikkeren.
1. ACHTERUITKIJKMONITORSYSTEEM
Op sommige modellen
Als een helder licht (bijvoorbeeld zonlicht
dat door de carrosserie wordt gereflec-
teerd) door de camera wordt waargeno-
men, kan het smeereffect* dat eigen is aan
de camera, optreden.
*: Smeereffect — Een fenomeen dat zich
voordoet als een helder licht (bijvoorbeeld
zonlicht dat door de carrosserie wordt ge-
reflecteerd) door de camera wordt waarge-
nomen; als de lichtbron door de camera
wordt doorgestuurd, lijkt het alsof er een
verticale streep boven en onder deze licht-
bron is.
9
209