Symptoom
Sterke brom of ruis is hoorbaar. • Controleer of de luidsprekers en componenten goed zijn aangesloten.
Er is minder stereo-effect bij het
afspelen van een VIDEO CD,
een CD of een MP3-bestand.
Het surround effect is moeilijk
hoorbaar bij weergave van
Dolby Digital, DTS of MPEG-
audio.
Het begin van het geluid wordt
onderbroken.
Bediening
Symptoom
Er kan niet worden afgestemd op
radiozenders.
De afstandsbediening werkt niet. • Er bevinden zich obstakels tussen de afstandsbediening en de
De disc wordt niet afgespeeld.
Oplossing
• Controleer of de verbindingskabels zich niet in de buurt van een transformator
of motor bevinden en minstens 3 meter zijn verwijderd van een tv-toestel of
fluorescentieverlichting.
• Plaats de tv verder van de audiocomponenten af.
• De stekkers en aansluitingen zijn vuil. Maak ze schoon met een doek die
lichtjes is bevochtigd met alcohol.
• Reinig de disc.
• Stel [GELUID] in op [STEREO] door op AUDIO te drukken (pagina 32).
• Controleer of de bedieningseenheid goed is aangesloten.
• Controleer de instelling "DEC. MODE" (pagina 52).
• Controleer de luidsprekeraansluitingen en -instellingen (pagina 16, 84).
• Bij sommige DVD's is het uitgangssignaal niet volledig compatibel met 5.1-
kanalen. Het kan mono of stereo zijn, ook al is het geluid opgenomen in Dolby
Digital of MPEG-audioformaat.
• Stel de geluidsmodus op iets anders in dan "AUTO" (pagina 54).
Oplossing
• Controleer of de antenne goed is aangesloten. Regel de antenne en sluit
eventueel een buitenantenne aan.
• Het zendersignaal is te zwak (bij gebruik van direct afstemmen). Stem
handmatig af.
• Er werden geen zenders vooraf ingesteld of de vooraf ingestelde zenders
werden gewist (bij het scannen naar vooraf ingestelde zenders). Stel de zenders
opnieuw in (pagina 56).
• Druk op DISPLAY zodat de frequentie verschijnt in het uitleesvenster op het
voorpaneel.
bedieningseenheid.
• De afstand tussen de afstandsbediening en de bedieningseenheid is te groot.
• De afstandsbediening is niet op de afstandsbedieningssensor op de
bedieningseenheid gericht.
• De batterijen in de afstandsbediening zijn bijna leeg.
• Er zit geen disc in het toestel.
• De disc is omgekeerd geplaatst.
Plaats de disc in de disc-lade met het label naar boven.
• De disc is niet goed geplaatst.
• Het toestel kan geen CD-ROM's, enz. afspelen (pagina 5).
• De regiocode op de DVD komt niet overeen met die van het toestel.
• Er is condensvorming opgetreden in de besturingseenheid, waardoor de lenzen
kunnen worden beschadigd. Verwijder de disc en laat de bedieningseenheid
ongeveer een half uur aan staan.
99
NL