Controles vóór inbedrijfstelling – Brandstofvoorraad controleren, tanken
5.4 Brandstofvoorraad controleren, tanken
Afb. 25
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Voortdurend toezien op het tanken.
–
Verontreinigde brandstof kan tot uitval of
beschadiging van de motor leiden. Indien ver-
eist brandstof ingieten door een zeeffilter.
–
Alleen brandstof met toegelaten specificatie
gebruiken
op pagina 71.
Veiligheidsuitrusting:
1.
Omgeving van de vulopening reinigen.
2.
Deksel eraf nemen en vulstand controleren door zichtcon-
trole.
3.
Indien vereist brandstof bijvullen door een trechter met zeef-
filter.
4.
Deksel sluiten.
BPR 60/65 D
Ä Hoofdstuk 8.3.2 "Brandstof"
n
Beschermende werkkleding
n
Werkhandschoenen
53