Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing pagina 79

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

228 Motor Vent
Stp
M1:
Standaard:
Eigen
Geen
0 Beperkte I
Normale I
Eigen
1
dat de motor een lagere stroom verdraagt bij
een lager toerental.
Uitgebreide I
Geforc.
2
in dat de motor bijna de volledige stroom
verdraagt, ook bij lager toerental.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Als de motor geen koelventilator heeft, wordt Geen gekozen
en wordt het stroomniveau begrensd op 55% van de
nominale motorstroom.
Bij een motor met een op de as gemonteerde ventilator
wordt Eigen gekozen en wordt de stroom voor overbelasting
begrensd op 87% vanaf 20% van het synchroon toerental.
Bij lagere toerentallen is de toegestane overbelastingsstroom
kleiner.
Als de motor een externe koelventilator heeft, wordt
Geforceerd gekozen en begint de toegestane
overbelastingsstroom bij 90% vanaf de nominale
motorstroom bij stilstaande motor, en loopt op tot de
nominale motorstroom bij 70% van het synchroon
toerental.
Afb. 57 toont de kenmerken met betrekking tot nominale
stroom en nominaal toerental afhankelijk van het gekozen
motorventilatietype.
2
xI
voor I
t
nom
Geforc.
1.00
0.90
0.87
Eigen
Geen
0.55
0.20
0.70
2
Afb. 57 I
t-curves
CG Drives & Automation,01-5665-03r1
Eigen
2
t overbelastingscurve.
2
t-overbelastingscurve. Houdt in
2
t-overbelastingscurve. Houdt
43048
168/207
4be8
19432
UInt
UInt
XSync Toeren
Motor ID-Run [229]
De functie wordt gebruikt als de frequentieregelaar voor het
eerst in bedrijf wordt gesteld. Om een optimale regeling te
realiseren, moet een fijninstelling van de motorparameters
met een Motor ID-Run worden uitgevoerd. Tijdens de test
geeft het display knipperend "Test Run" weer.
Om de Motor ID-run te activeren, kiest u "Kort" en drukt
u op Enter. Druk daarna op RunL of RunR op het
bedienpaneel om de ID-run te starten. Als menu "[219]
Rotatie" is ingesteld op L, is de RunR-toets inactief en vice
versa. De Motor ID-Run kan worden afgebroken met een
Stop-commando via het bedienpaneel of de Enable-ingang.
De parameter schakelt automatisch terug naar UIT als de
test is afgerond. De melding "Test Run OK!" wordt
weergegeven. Voordat er weer normaal met de
frequentieregelaar gewerkt kan worden, drukt u op de
STOP/RESET-toets op het bedienpaneel.
Tijdens de korte ID-run draait de motoras niet. De
frequentieregelaar meet de weerstand van rotor en stator.
Standaard:
Uit
Kort
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
OPMERKING: Om de frequentieregelaar te laten
functioneren, hoeft de Motor ID-Run niet verplicht te
worden uitgevoerd, maar de prestaties zullen in dat
geval niet optimaal zijn.
OPMERKING: Als de Motor ID-Run wordt afgebroken of
niet wordt voltooid, wordt de melding "Onderbroken!"
weergegeven. De vorige gegevens hoeven in dit geval
niet te worden gewijzigd. Controleer of de
motorgegevens juist zijn.
2.00
229 Motor ID-Run
Stp
M1:
Uit, zie opmerking
0
Niet actief
Parameters worden gemeten met
1
gelijkstroominjectie. Er zal geen asrotatie
plaatsvinden.
Functiebeschrijving
Uit
43049
168/208
4be9
19433
UInt
UInt
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fdu48-2p5-2yFdu48-038-2y

Inhoudsopgave