Tabel 33 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen
Trip-conditie
2
I
t-waarde is overschreden.
2
Motor I
t
-
Overbelasting van de motor volgens de
2
"I
t"
geprogrammeerde I
Motorthermistor (PTC) overschrijdt het
maximumniveau.
PTC
OPMERKING: Geldt alleen als optieprint
PTC/PT100 wordt gebruikt.
Faseverlies of te grote onbalans tussen de
Motor los
motorfasen.
Koppellimiet bij motorstilstand:
Rotor vast
-
Mechanische blokkering van de rotor.
Externe Trip ingang (DigIn 1-8) actief:
Ext trip
- ingang is actief laag.
Externe Trip ingang (DigIn 1-8) actief:
Ext Mot Temp
- ingang is actief laag.
Max Alarm-niveau (overbelasting) is bereikt
Mon MaxAlarm
(lastmonitor).
Min Alarm-niveau (onderbelasting) is bereikt
Mon MinAlarm
(lastmonitor).
COMM fout
Fout in de seriële communicatie (optie)
Mist Encoder optie, encoderkabel of
encoderpulsen.
Afwijking in motortoerental tussen
referentie en gemeten waargenomen
Encoder
toerental.
OPMERKING: Geldt alleen als optieprint
Encoder wordt gebruikt.
Er kan geen masterpomp worden gekozen
vanwege storing in feedbacksignalen.
Pomp
OPMERKING: Alleen gebruikt bij
pompregeling.
190
Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud
Mogelijke oorzaak
2
t-instellingen.
Oplossing
-
Controleer op mechanische overbelasting van de
motor of de aandrijfmechanismen (lagers, tand-
wielkasten, kettingen, riemen enz.)
-
Verander de instellingen voor de Motor I
in menugroep [230]
-
Controleer op mechanische over- belasting van de
motor of het aandrijf- mechanisme (lagers, tand-
wielkasten, kettingen, riemen enz.)
-
Controleer het motorkoelsysteem.
-
Zelfgekoelde motor bij laag toerental, te zware
belasting.
-
Stel PTC, menu [234] in op UIT
-
Controleer de motorspanning op alle fasen.
-
Controleer op losse of slechte motorkabelaanslui-
tingen
-
Neem als alle aansluitingen in orde zijn contact op
met uw leverancier
-
Zet het Motor Los-alarm UIT.
-
Controleer op mechanische problemen bij de
motor of de aandrijfmechanismen die op de motor
zijn aangesloten
-
Zet het alarm 'Rotor vast' UIT.
-
Controleer de apparatuur die de externe ingang in
werking stelt
-
Controleer de programmering van de digitale
ingangen DigIn 1-8
-
Controleer de apparatuur die de externe ingang in
werking stelt
-
Controleer de programmering van de digitale
ingangen DigIn 1-8
-
Controleer de belastingstoestand van de machine
-
Controleer de monitorinstelling in deel 11.4.1,
pagina 134.
-
Controleer de belastingstoestand van de machine
-
Controleer de monitorinstelling in deel 11.4.1,
pagina 134.
-
Controleer kabels en aansluiting van de seriële
communicatie.
-
Controleer alle instellingen voor de seriële commu-
nicatie
-
Herstart de apparatuur, inclusief de frequentiere-
gelaar
-
Controleer encoder optie print.
-
Controleer encoderkabel en -signalen.
-
Controleer werking van motor.
-
Controleer instellingen voor afwijking toerental
[22G#].
-
Controleer instellingen PI-regelaar toerental [37#].
-
Controleer instelling koppelbegrenzing [351]
-
Schakel encoder uit, stel menu [22B] in op UIT.
-
Controleer kabels en bedrading voor pomp-feed-
backsignalen
-
Controleer instellingen m.b.t. de digitale pomp-
feedbackingangen
CG Drives & Automation, 01-5665-03r1
Bouwvor
m **
2
t-stroom