Reset- en Autoreset-bediening
Als de frequentieregelaar zich in de stopmodus bevindt als
gevolg van een triptoestand, kan de frequentieregelaar op
afstand worden gereset door een puls (omschakeling van
"laag" naar "hoog") op de Reset-ingang, standaard op DigIn
8. Afhankelijk van de gekozen regelmethode vindt er een
herstart plaats.
Afhankelijk van de geselecteerde regelmethode wordt een
herstart als volgt uitgevoerd:
Niveausturing
Als de Run-ingangen in hun stand blijven staan, zal de fre-
quentieregelaar onmiddellijk starten nadat het Reset-com-
mando gegeven wordt.
Flanksturing
Nadat het Reset-commando gegeven is, moet er een nieuw
Run-commando volgen om de frequentieregelaar opnieuw
te starten.
Autoreset kan worden ingeschakeld als de Reset-ingang con-
tinu actief is. De Autoreset-functies worden geprogram-
meerd in het menu Autoreset [250].
OPMERKING: Als de stuurcommando's zijn
geprogrammeerd voor toetsenbordbediening of Com, is
Autoreset niet mogelijk.
Run-ingangen Niveaugestuurd.
De ingangen zijn standaard ingesteld voor niveausturing.
Dit betekent dat een ingang wordt geactiveerd door deze op
continu "Hoog" in te stellen. Deze methode wordt vooral
toegepast als er bijvoorbeeld PLC's worden gebruikt om de
frequentieregelaar aan te sturen.
VOORZICHTIG!
!
Niveaugestuurde ingangen zijn NIET conform
de Machinerichtlijn als de ingangen
rechtstreeks gebruikt worden om de machine
te starten en te stoppen.
De voorbeelden in deze en de volgende paragraaf volgen de
ingangskeuze in Afb. 27.
Stop
RunL
RunR
Enable
Reset
+24 V
Afb. 27 Bedradingsvoorbeeld Run/Stop/Enable/Reset-ingangen
CG Drives & Automation, 01-5665-03r1
De Enable-ingang moet continu actief zijn om elk start-
rechts- of start-links-commando te kunnen accepteren. Als
beide RunR- en RunL-ingangen actief zijn, stopt de fre-
quentieregelaar in overeenstemming met de gekozen stop-
modus. Afb. 28 geeft een voorbeeld van een mogelijke
volgorde.
Afb. 28 Ingangs- en uitgangsstatus voor niveausturing
Run-ingangen Flankgestuurd
Menu [21A] startsignaal Niveau/Flank moet op Flank wor-
den ingesteld om flanksturing te activeren. Dit betekent dat
een ingang wordt geactiveerd door een overgang van "laag"
naar "hoog" of andersom.
Zie Afb. 27. De Enable- en Stop-ingang moet continu actief
zijn om elk start-rechts- of start-links-commando te kunnen
accepteren. De laatste flank (RunR of RunL) is geldig. Afb.
29 geeft een voorbeeld van een mogelijke volgorde.
12
1
13
2
14
3
15
4
16
5
17
6
18
7
19
8
20
9
21
10
22
11
INGANGEN
ENABLE
STOP
RUN R
RUN L
UITGANGS-
STATUS
Rotatie rechts
Rotatie links
Stilstand
OPMERKING: Flankgestuurde ingangen zijn conform de
Machinerichtlijn (zie Hoofdstuk 7. pagina 51) als de
ingangen rechtstreeks gebruikt worden om de machine
te starten en te stoppen.
(06-F103new_1)
Hoofdfuncties
39