Connector Rs232 Toetsenblok; Vereiste Schroef En Bedrading Aansluitklem Regeling; Instructies Voor Aansluitklemmen Analoge Ingang/Uitgang; Configuratie Van Ingangen Met De Jumpers - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor FDU 2.0:
- Gebruiksaanwijzing (278 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (184 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (182 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
3.2.1 Connector RS232 toetsenblok
Tabel 14 Connector RS232 toetsenblok
Categorie
Interface RS232 toetsen-
blok
3.2.2 Vereiste schroef en bedrading aansluitklem regeling
Tabel 15 Specificatie schroeven en bedrading aansluitklem
Kabeltype
Afgeschermde kabel
3.2.3 Instructies voor
aansluitklemmen analoge
ingang/uitgang
Analoge ingangs- en uitgangssignaalkabels zijn zeer gevoelig
voor geluid, dus ze moeten zo kort mogelijk worden
gehouden en afgeschermd, en de afgeschermde lagen
moeten voldoende vlak bij de zijkant van de regelaar worden
geaard. De kabels mogen niet langer dan 20 m (65 ft) zijn.
Besturingskabels moeten minimaal 20 cm (0,65 ft) uit de
buurt van het hoofdcircuit en hoogspanningsleidingen (zoals
voedingskabels, motorkabels, relaiskabels en
contactgeverkabels) worden gehouden en mogen niet
parallel aan hoogspanningskabels worden gelegd. Als het
kruisen van hoogspanningskabels onvermijdelijk is, raden
wij verticale bedrading aan om storingen in de regelaar door
geluid te vermijden.
Bij ernstige storing op analoge ingangs- of uitgangssignalen
moet de zijde van de analoge signaalbron worden voorzien
van een filtercondensator of ferrietkern.
CG Drives & Automation, 01-5665-03r1
Connector
Aanduiding connector
Interface RS232 toetsen-
X8
blok
Kabelvereiste mm
1.5 - 2.5 / 15 - 13
Maximale afstand voor communicatie is 15 m bij aan-
sluiting op toetsenblok
Gebruik een standaardnetwerkkabel
2
/ AWG
Schroef
M3
3.3
Configuratie van ingangen
met de jumpers
Jumpers S1 t/m S4 worden gebruikt voor het instellen van
de ingangsconfiguratie voor de 4 analoge ingangen AnIn1,
AnIn2, AnIn3 en AnIn4 volgens tabel 16 (zie Afb. 18 voor
de locatie van de jumpers).
Tabel 16 Instellingen jumpers
Ingang
AnIn1
AnIn2
AnIn3
AnIn4
OPMERKING: Schaling en offset van AnIn1 - AnIn4 kan
via de software geconfigureerd worden. Zie de menu's
[512], [515], [518] en [51B] in deel 10.5, pagina 135.
OPMERKING: De 2 analoge uitgangen AnOut 1 en AnOut
2 kunnen via de software geconfigureerd worden. Zie
menu [530] deel 10.5.3, pagina 144
Specificatie
Aandraaimoment (Nm/Lb-In)
0.5 / 4.4
Signaalsoort
S1
Spanning
Standaard (stan-
S1
daard)
S2
Spanning
Stroom (stan-
S2
daard)
S3
Spanning
S3
Stroom (stan-
daard)
S4
Spanning
Stroom (stan-
S4
daard)
Besturingsaansluitingen
Jumper
I
U
I
U
I
U
I
U
I
U
I
U
I
U
I
U
25
Advertenties
Inhoudsopgave
