8.3
Werking bij hogere
temperaturen
De meeste frequentieregelaars van Emotron zijn bedoeld om
te werken tot een omgevingstemperatuur van maximaal 40
°C (104 °F). Maar de frequentieregelaar kan ook bij hogere
temperaturen worden gebruikt mits het nominale
uitgangsvermogen is verlaagd.
Mogelijke reductie
Reductie in de uitgangsstroom is mogelijk bij
-1 % / graad Celsius tot max +15 °C (= max temp 55 °C) of
-0,55 %/ graad Fahrenheit tot max +27 °F
(= max temp. 131 °F).
Voorbeeld
In dit voorbeeld hebben we een motor met de volgende
gegevens die we willen laten draaien bij een
omgevingstemperatuur van
45 °C (113 °F):
Spanning 400 V
Stroom
72 A
Vermogen 37 kW (50 pk)
Frequentieregelaar kiezen
De omgevingstemperatuur is 5 °C (9 F°) hoger dan de
maximale omgevingstemperatuur. Om het juiste FO-model
te kiezen, wordt de volgende berekening gemaakt.
Reductie is mogelijk met een prestatieverlies van
1 %/°C (0,55 %/ graden F).
De reductie wordt: 5 x 1 % = 5 %
Berekening voor model 48-074
74 A - (5 % x 74) = 70,3 A; dit is niet voldoende.
Berekening voor model 48-090
90 A - (5 % x 90) = 85,5 A
In dit voorbeeld nemen we de 48-090.
CG Drives & Automation 01-6142-03r1
8.4
Werking bij hogere
schakelfrequentie
Tabel 26 toont de schakelfrequentie voor de verschillende
frequentieregelaarmodellen. Met de mogelijkheid om met
een hogere schakelfrequentie te draaien, kunt u het
geluidsniveau van de motor beperken. De schakelfrequentie
wordt ingesteld in menu [22A], Motorgeluid (zie software-
instructies). Bij schakelfrequenties >3 kHz kan derating
noodzakelijk zijn.
Tabel 26 Schakelfrequentie
Modellen
FLD##-003 t/m FLD##-295
Standaard
schakelfre
Bereik
quentie
3 kHz
1,5-6 kHz
Technische gegevens
67