• Hoog signaal op de digitale ingang, bijvoorbeeld klem
10 in Afb. 107, die op "Enable" is ingesteld. Raadpleeg
voor het instellen van de digitale ingang deel 10.5.2,
pagina 132.
Deze twee signalen moeten worden gecombineerd en
worden gebruikt om de uitgang van de frequentieregelaar te
activeren en het mogelijk te maken om een SafeStop-
toestand te activeren.
OPMERKING: De "SafeStop"-toestand conform EN-IEC
62061:2005 SIL 3 & EN-ISO 13849-1:2006 is alleen
mogelijk door de ingangen "Inhibit" en "Enable" beide te
activeren.
Als de "SafeStop"-toestand wordt gerealiseerd met behulp
van deze twee verschillende methodes, die afzonderlijk
worden geregeld, zorgt dit veiligheidscircuit ervoor dat de
motor niet gaat draaien omdat:
• Het 24 VDC-signaal wordt losgekoppeld van de ingang
"Inhibit", aansluitklemmen 1 en 2, veiligheidsrelais K1
wordt uitgeschakeld.
De voedingsspanning naar de drivercircuits van de uit-
gangstrappen wordt uitgeschakeld. Hierdoor worden de
triggerpulsen naar de uitgangstrappen geblokkeerd.
• De triggerpulsen vanaf de controlprint worden uitge-
schakeld.
Het Enable-signaal wordt bewaakt door het regelcircuit,
dat de informatie doorgeeft aan het PWM-gedeelte van
de controlprint.
Zorg dat u zeker weet dat veiligheidsrelais K1 is
uitgeschakeld door dit extern te bewaken zodat u zeker weet
dat dit relais niet heeft geweigerd. De SafeStop-optieprint
beschikt over een
feedbacksignaal hiervoor via een tweede, geforceerd
geschakeld veiligheidsrelais K2, dat wordt ingeschakeld als
een detectiecircuit heeft bevestigd dat de voedingsspanning
naar de drivercircuits is uitgeschakeld (zie Tabel 34 voor de
contactaansluitingen).
Voor het bewaken van de "Enable"-functie kan de keuze
"RUN" op een digitale uitgang worden gebruikt. Raadpleeg
voor het instellen van een digitale uitgang, bijvoorbeeld
aansluitklem 20 in het voorbeeld in Afb. 107 deel 10.5.4,
pagina 138 [540].
Als de "Inhibit"-ingang wordt gedeactiveerd, geeft de
frequentieregelaar-display een knipperende "SST"-indicatie
weer in sectie D
(linksonder) en gaat de rode trip-led op het
bedieningspaneel knipperen.
Doe het volgende om de normale werking te hervatten:
• "Inhibit"-ingang vrijgeven; 24 V
sluitklemmen 1 en 2.
• Een STOP-signaal geven aan de FO volgens het inge-
stelde Run/Stop-signaal in menu [215].
• Een Run-commando geven volgens het ingestelde Run/
60
Opties
(hoog) naar aan-
DC
Stop-signaal in menu [215].
OPMERKING: De methode voor het genereren van een
STOP-commando is afhankelijk van de gemaakte keuzes
in Startsignaal Niveau/Flank [21A] en het gebruik van
een afzonderlijke Stop-ingang via digitale ingang.
WAARSCHUWING!
De SafeStop-functie mag nooit worden
gebruikt voor elektrische
onderhoudswerkzaamheden. Voor
elektrische onderhoudswerkzaamheden
moet de frequentieregelaar altijd worden afgekoppeld
van de voedingsspanning.
Afb. 58 Aansluiting van SafeStop-optie in bouwvorm B .
Afb. 59 Aansluiting van SafeStop-optie in bouwvorm E en
groter.
CG Drives & Automation, 01-6142-03r1
6
5
4
3
2
1