5.7.4 Reiniging van de pompput
Deze functie helpt om in de pompput verzamelde resten te
verwijderen. Bij het reinigen van de pompput wordt de put
geleegd door de geselecteerde pomp(en) onder het normale
stopniveau te laten draaien totdat ze lucht opzuigen. Het
stoppunt wordt bepaald op basis van de afname in de
belasting wanneer de pomp lucht begint op te zuigen.
OPMERKING 1: Wanneer pompen onder hun normale
stopniveau draaien, kunnen ze oververhit raken.
OPMERKING 2: Bij sommige installaties kunnen er
problemen ontstaan als er lucht in de pomp/leidingen
wordt gezongen (gewoonlijk in droge configuraties).
OPMERKING 3: Het belastingsafnamepercentage, d.w.z.
het stoppunt, moet worden geconfigureerd en getest
voor een optimale werking.
5.7.5 Reiniging van de leidingen
Bij de functie voor reiniging van de leidingen wordt de
maximale stroming zo lang mogelijk gegeneerd zodat losse
resten uit de leidingen worden verwijderd. Reiniging van de
leidingen kan op elk moment worden geactiveerd en dit
wordt uitgevoerd zodra het startniveau is bereikt (volle
pompput).
CG Drives & Automation, 01-6142-03r1
Aan de slag
53