OPMERKING: De aansluitklemmen voor de
remweerstand en de DC koppeling zijn alleen
gemonteerd als de DC+/DC--optie of Remchopperoptie
is ingebouwd.
WAARSCHUWING!
De remweerstand moet zijn aangesloten
tussen aansluitklemmen DC+ en R.
WAARSCHUWING!
De aarde van de netvoeding moet voor de
veiligheid worden verbonden met PE en de
aarde van de motor met
3.2.2 Motorkabels
Voor naleving van de EMC-emissienormen is de
frequentieregelaar voorzien van een RFI-netvoedingsfilter.
De motorkabels moeten ook zijn afgeschermd en
aangesloten aan beide zijden. Op deze wijze wordt een
zogenaamde "Kooi van Faraday" gevormd rond de
frequentieregelaar, de motorkabels en de motor. De RFI-
stromen worden nu teruggeleid naar hun bron (de IGBT's),
zodat het systeem binnen de emissienormen blijft.
Aanbevelingen voor het kiezen van
motorkabels
• Gebruik afgeschermde kabels volgens de specificatie in
tabel 12. Gebruik een symmetrische, afgeschermde
kabel; drie fasegeleiders en een concentrische of
anderszins symmetrische PE-geleider en een
afscherming.
• De draaddoorsnede van de PE-geleider voor kabels van
2
< 16 mm
(6 AWG) moet gelijk zijn aan de gebruikte
fasedraden, voor kabeldoorsneden groter dan 16 mm
AWG), maar kleiner dan of gelijk aan 35 mm
moet de PE-draaddoorsnede minimaal 16 mm
AWG) zijn. Voor kabels met een draaddoorsnede van >
2
35 mm
(2 AWG) moet de draaddoorsnede van de PE-
geleider minimaal 50 % zijn van de draaddoorsnede van
de gebruikte fase.
Als de draaddoorsnede van de PE-geleider in het
gebruikte kabeltype niet aan bovenstaande vereisten voor
de draaddoorsnede voldoet, moet er een aparte PE-
geleider worden gebruikt om wel aan de vereisten te
voldoen.
• Gebruik hittebestendige kabels, +60 °C (140 °F) of
hoger.
• Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig
de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie tabel 32,
pagina 70.
• Houd de motorkabel tussen frequentieregelaar en de
motor zo kort mogelijk.
CG Drives & Automation, 01-6142-03r1
• De afscherming moet met een groot contactoppervlak
.
• De litze-aardingsaansluiting, zie Afb. 33, is alleen nodig
Sluit de motorkabels aan volgens U - U, V - V en
W - W, zie Afb. 24, naar Afb. 30.
Schakelaars tussen de motor en de
frequentieregelaar
Als de motorkabels moeten worden onderbroken door
werkschakelaars, uitgangsspoelen enz., is het noodzakelijk
dat de afscherming wordt voortgezet door middel van een
metalen behuizing, metalen bevestigingsplaten enz., zoals
getoond in Afb. 33.
2
(6
2
(2 AWG)
2
(6
Afb. 32 Afschermen van kabels
°
van liefst 360
zijn aangesloten en altijd aan beide
uiteinden, op de motorbehuizing en de
frequentieregelaar-behuizing. Wanneer er gelakte
bevestigingsplaten worden gebruikt, kan de lak worden
weggehaald om een zo groot mogelijk contactoppervlak
te verkrijgen op alle bevestigingspunten, zoals
zadelklemmen en de blootgelegde kabelafscherming. Het
is niet voldoende
om alleen te vertrouwen op de verbinding die door
middel van de schroefdraad wordt gemaakt.
OPMERKING: Het is belangrijk dat de motorbehuizing
hetzelfde aardpotentiaal heeft als andere onderdelen
van de machine.
als de montageplaat gelakt is. Alle frequentieregelaars
hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom
geschikt voor montage op een ongelakte montageplaat.
OPMERKING: De klemmen DC-, DC+ en R zijn optioneel.
Afgeschermde aanslu
voor signaalkabels
PE
Motorkabel
afgeschermde aansluiting
Installatie
25