4.4
Besturingskabels aansluiten
Hier bepaalt u de minimale bedrading voor het starten.
Voor naleving van de EMC-norm dient u gebruik te maken
van gevlochten, afgeschermde besturingskabels met flexibele
draad tot maximaal 1,5 mm2 (AWG15) of massieve draad
tot maximaal 2,5 mm2 (AWG13). We raden u aan om voor
communicatiesignalen getwiste draadparen tussen Master en
Follower te gebruiken.
1. Sluit een niveausensor aan tussen aansluitklemmen 1
(+10 VDC) en 2 (AnIn 1) zoals in Afb. 40 De stan-
daardinstelling voor AnIn1 is 4-20 mA. Als de niveau-
sensor een interface van 0-10 V heeft, wijzig de positie
van de schakelaar (S1) dan op de controlprint (Tabel 18,
pagina 35).
2. Sluit een externe schakelaar voor Auto run aan tussen
aansluitklem 11 (+24 VDC) en 8 (DigIn1, Flow Auto)
zoals in Afb. 40. Zet de schakelaar in de geopende stand
(digitale ingang ingesteld op lage toestand). (Activeer het
signaal nu nog niet.)
3. Sluit een externe schakelaar voor Maximaal toerental aan
tussen aansluitklem 11 (+24 VDC) en 9 (DigIn2, Flow
Run) zoals in Afb. 38. Zet de schakelaar in de geopende
stand (digitale ingang ingesteld op lage toestand).
(Activeer het signaal nu nog niet.)
4. Sluit een communicatiekabel aan tussen aansluitklem 10
van de Master (DigIn3) en aansluitklem 21 van de
Follower (DigOut2) zoals in Afb. 40. (Alleen bij Master/
Follower).
5. Sluit een communicatiekabel aan tussen aansluitklem 21
van de Master (DigOut2) en aansluitklem 10 van de
Follower (DigIn3) zoals in Afb. 40. (Alleen bij Master/
Follower).
6. Sluit een niveauschakelaar voor overflow (optioneel) aan
tussen aansluitklem 11 (+24 VDC) en 18 (DigIn6, Lvl
Overflow) zoals in Afb. 40 Sluit het signaal aan op de
Follower-aandrijving in plaats van een configuratie
Master-Follower voor redundantie.
36
Besturingsaansluitingen
Configuratie met enkele pomp of dubbele
pompen
De Emotron FlowDrive kan in drie modi werken:
• Standalone - Eén pomp
• Master - Hoofdeenheid in een configuratie met twee
pompen
• Follower - Tweede pomp in een configuratie met twee
pompen
Stand-alone
Afb. 38 Configuratie Standalone en Master/Follower.
Zie de volgende pagina voor bedradingsvoorbeelden van de
verschillende configuraties.
CG Drives & Automation, 01-6142-03r1
Master/Follower