Soms zijn er gescheiden "high speed" en "low speed" demping verstellers. High speed en low
speed refereren naar de bewegingssnelheid van de vering, niet de rijsnelheid van de motorfiets.
•
High speed demping reguleert de demping bij hogere bewegingssnelheden; bijvoorbeeld het
rijden over een korte hoge bult op de weg. Hierbij is het belangrijk dat de vering snel genoeg
kan werken om de beweging te absorberen en het wegdek te kunnen volgen.
•
Low speed demping reguleert de demping bij lagere bewegingssnelheden; bijvoorbeeld het
gecontroleerd inveren bij remmen (voor) of accelereren (achter). Doorgaans is er meer low
speed demping nodig dan high speed demping. Het verstellen van de low speed heeft vaak ook
invloed op het high speed bereik; meer low speed betekent vaak automatisch ook meer high
speed.
De vorm van een hobbel en de rijsnelheid waarmee er overheen gereden wordt zijn meest
bepalend voor de snelheid waarmee de vering moet werken om het wegdek te kunnen volgen. Bij
een spitse korte hobbel moet de vering sneller werken dan bij een lange vloeiende hobbel van
dezelfde hoogte.
Voelt de motor te stug over oneffenheden: reduceer de high speed ingaande demping. Duikt de
motor te snel bij het remmen: verhoog de low speed ingaande demping aan de voorzijde. Zakt de
achterkant te snel in onder acceleratie: verhoog de low speed ingaande demping.
Gescheiden high en low speed demping verstellers vindt men gebruikelijk alleen op de ingaande
demping. Voor de uitgaande demping volstaat een enkele versteller meestal voor het hele bereik,
omdat de motor uitveert op de veerkracht. Dit is een vaste waarde en onafhankelijk van de weg.
S3.4 GEAVANCEERDE DEMPING INSTELLING - BALANS VOOR EN ACHTER
Voor- en achtervering voeten samen ook in balans zijn. Hou de motor rechtop op de wielen. Duw
in het midden van de motor (zadel of tank) en kijk hoe de motor inveert en terugkomt.
Voor- en achterzijde moeten ongeveer gelijk in- en uitveren. Ook de gemaakte veerweg moet
ongeveer hetzelfde zijn.
De voorvering mag iets sneller bewegen dan achter, maar het verschil mag niet te groot zijn
aangezien dat zou kunnen leiden tot deinen en onstabiel gedrag in bochten.
S3.5 DEMPING COMPENSATIE BIJ EXTRA BELADING OF RACE GEBRUIK
Bij extra belading (bijvoorbeeld met passagier en/of bagage) of race gebruik is er meestal wat
meer demping nodig dan normaal. Draai de dempingsverstellers een paar kliks dicht (met de klok
mee) tot de gewenste demping bereikt is.
De toegevoegde massa van passagier en/of extra belading komen vooral op de achterzijde.
Daarom zal de achterschokdemper meer gecompenseerd moeten worden dan de voorzijde.
Racen is van toepassing op zowel de voor- als de achterzijde.
34
Spring manual v3.4.1 NL