Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Efi-Diagnosecontrole; Wielmontageprocedure - Textron Company JACOBSEN HR 9016 Turbo Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.20 EFI-DIAGNOSECONTROLE__________________________________________________

Het elektrische systeem is uitgerust met OBD-II- en
Diagmaster-diagnoseaansluitingen in de buurt van de
motorregelaar.
Stop een OBD-II-lezer in de overeenstemmende
aansluiting, zet de contactschakelaar op 'AAN' (start de
motor niet) en raadpleeg de instructies bij de lezer om de
diagnosecodes te interpreteren.

4.21 WIELMONTAGEPROCEDURE________________________________________________

Tractorwielen
WAARSCHUWING
!
Zorg ervoor dat de tractor op een stevig en
horizontaal vlak staat geparkeerd. Werk nooit aan een
tractor die uitsluitend op de krik rust, maar gebruik
altijd draagsteunen.
Indien alleen de voor- of achterkant van de tractor
omhoog wordt gebracht, plaats dan klampen voor en
achter de wielen die op de grond blijven.
1. Verwijder vuil, gras en olie van de tapboutdraadgan-
gen, maar smeer ze niet.
2. Plaats het wiel op de naaf en controleer of er
volledig contact is tussen het montagevlak van het
wiel en de naaf of remtrommel.
3. Zet alle bevestigingen eerst losvast en vervolgens in
kruiselingse volgorde stevig. De moeren moeten zo
strak mogelijk worden aangedraaid.
VOORZICHTIG
!
Controleer en monteer aansluitbouten dagelijks
gedurende de eerste honderd bedrijfsuren.
4. Controleer en monteer na het verkrijgen van een
nieuwe eenheid of wanneer de banden werden
verwijderd
dagelijks
montage is behouden.
Voorwielen.........128-142 Nm
Achterwielen.......88-102 Nm
de
aansluitbouten
totdat
Raadpleeg de Technische reparatiehandleiding HR-9016
voor een beschrijving van de codes.
Zwenkwielen
Om de levensduur van de lagers te verlengen moeten de
zwenk- en spoorwielen ieder jaar worden gecontroleerd
en bijgesteld. Smeer de lagers na iedere 100 bedrijfsuren
met NLGI kwaliteit 2 vet.
1. Breng het dek zover omhoog dat de wielen los van
de grond zijn en vrijelijk met de hand kunnen worden
gedraaid.
2. Controleer de wielen op dwarsspeling (I). De wielen
behoren vrijelijk en zonder enige speling te draaien.
3. Om dwarsspeling te elimineren, dient de binnenste
moer (G) te worden aangedraaid totdat het wiel
vaster begint te lopen, waarna de moer een
kwartslag losser moet worden gezet. Borg de moer
in positie met behulp van de buitenste moer (H).
Zorg ervoor dat de binnenste moer hierbij niet
beweegt.
4. Herhaal stap 2 en controleer op speling.
I
ONDERHOUD
G
H
Afb. 4H
4
HR021
nl-29

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave