Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtfilter; Brandstof - Textron Company JACOBSEN HR 9016 Turbo Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4
ONDERHOUD
4.7

LUCHTFILTER ____________________________________________________________

Controleer de service-indicator dagelijks. Vervang het
luchtfilterelement onmiddellijk wanneer de rode zone
zichtbaar wordt (A).
Verwijder het element niet voor inspectie of
reiniging. Onnodige verwijdering van het filter verhoogt
het risico op het toevoeren van stof en andere
verontreinigingen naar de motor.
Wanneer service is vereist, reinig dan eerst de buitenkant
van het filterhuis en verwijder daarna het oude element
zo voorzichtig mogelijk.
1. Maak de binnenkant van het filterhuis zorgvuldig
schoon, ervoor zorgend dat er geen stof in de luchtin-
laat komt.
2. Inspecteer het nieuwe element. Gebruik nooit een
beschadigd of verkeerd element.
3. Monteer het nieuwe element en zorg voor correcte
plaatsing. Stel de indicator terug door knop (B) in te
drukken.
4.8

BRANDSTOF _____________________________________________________________

Hanteer brandstof voorzichtig met het oog op de
grote
ontvlambaarheid
goedgekeurde brandstofhouder waarvan de schenktuit in
de vulhals past. Gebruik geen blikken of trechters om
brandstof over te gieten.
WAARSCHUWING
!
Zolang de motor loopt of nog warm is, mag de
brandstofdop nooit van de tank worden verwijderd of
brandstof worden bijgevuld.
Tijdens het hanteren van brandstof mag niet worden
gerookt. De tank mag nooit in een besloten ruimte
worden gevuld of afgetapt.
Wees voorzichtig zodat u geen brandstof morst.
Onmiddellijk schoonmaken indien dit eventueel toch
gebeurt.
Brandstofhouders mogen nooit worden gehanteerd
nabij een open vlam of enig apparaat dat vonken kan
afgeven waardoor de brandstof of dampen ervan
kunnen ontsteken.
Zorg ervoor dat de brandstof na terugplaatsing stevig
vastzit.
nl-22
ervan.
Gebruik
een
4. Bij het terugplaatsen van de kap dient te worden
gezorgd dat deze volledig rond het filterhuis sluit.
De stofuitdrijver (C) moet omlaagwijzen.
5. Controleer alle slangen en luchtkanalen. Zet de
slangklemmen goed vast.
B
A
C
• Vul de brandstoftank tot 25 mm onder de vulhals.
• Gebruik schone, verse #2 dieselolie met een minimum
cetaangetal van 45. Zie de motorhandleiding voor
aanvullende informatie.
• Bij het eerste teken van beschadiging moeten
brandstofleidingen en klemmen worden vervangen.
• Bewaar brandstof volgens plaatselijke, provinciale of
landelijke verordeningen en de aanbevelingen van uw
brandstofleverancier.
• De tank mag nooit worden overvuld of geheel leeg
raken.
In
de
Motorhandleiding
brandstofinformatie.
HR009
Afb. 4E
vindt
u
aanvullende

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave